Operatie aan een te kort tongriempje bij kinderen (Folder)

Keel-, Neus- en Oorheelkunde
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Operatie aan een te kort tongriempje bij kinderen (Folder)

Uw KNO-arts heeft voorgesteld om uw kind te opereren aan een te kort tongriempje. Deze operatie wordt ook wel frenulumplastiek genoemd. In deze folder vindt u informatie over wat de KNO-arts met u bespreekt, zodat u zich met uw kind kunt voorbereiden op het gesprek. Het is goed om u te realiseren dat voor uw kind persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Wat is een te kort tongriempje?

Het tongriempje is het weefselstrengetje waarmee de tong vastzit aan de mondbodem. Het tongriempje houdt de tong in de middellijn op zijn plaats. Als het tongriempje te kort is, kan de tong moeilijker bewegen. De tong is belangrijk bij het drinken, eten en het leren praten.
Door een te kort tongriempje kan een baby drinkproblemen krijgen. Grotere kinderen kunnen hierdoor problemen krijgen met praten. Alleen als een kind er last van heeft, is het verstandig om dit te laten verhelpen. Inknippen van het dunne tongriempje, is een eenvoudige behandeling.

Planning operatie

Na afloop van uw polikliniekbezoek plant de polikliniekassistent KNO de datum voor de ingreep van uw kind. Ongeveer 10 dagen vóór de ingreep ontvangt u thuis een brief, waarin de datum van de ingreep wordt bevestigd.

Pre-operatieve screening

Op het moment dat afgesproken is dat uw kind geopereerd wordt, verwijst de behandelend arts u met uw kind naar polikliniek Pre-Operatieve Screening (POS). Bij iedere patiënt die een operatie moet ondergaan, bekijken we eerst of de operatie extra gezondheidsrisico’s oplevert. Ook krijgt u informatie over de vorm van verdoving die nodig is voor de operatie: narcose of regionale anesthesie. Dit onderzoek vóór de ingreep noemen we pre-operatieve screening.

Ter voorbereiding op deze afspraken vragen we u een vragenlijst in te vullen over de medische voorgeschiedenis van uw kind. Deze vragenlijst staat voor klaar in het patiëntenportaal MijnCatharina van uw kind. Het is belangrijk dat u deze vragenlijst zo snel mogelijk invult. Nadat u de vragenlijst heeft ingevuld, plannen wij voor u een afspraak bij de Apotheek en een afspraak bij de polikliniek Pre-operatieve screening. Meestal zijn dit telefonische afspraken; soms nodigen we u en uw kind uit voor een bezoek op de polikliniek. Dit hangt af van de antwoorden op de vragenlijst en de operatie die u krijgt.

Bij de Apotheek en de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u alleen op afspraak terecht.

De Apotheek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 16.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 8720.

De polikliniek Pre-operatieve screening is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.00 en 17.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 85 01.

Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder ‘Anesthesie‘.

Aandachtspunten bij de pre-operatieve screening
  • Is uw kind overgevoelig voor bijvoorbeeld bepaalde medicijnen en /of jodium? Vertel dit dan aan de anesthesioloog. Deze legt dit dan vast bij de andere gegevens van uw kind, zodat het deze middelen niet krijgt.
  • Bloedt een wondje bij uw kind langer na dan normaal? Meld dit dan ook. Goede bloedstolling is belangrijk bij een operatie.

Hoe bereidt u uw kind voor?

Algemene informatie over het voorbereiden van uw kind op de operatie vindt u in de folder ‘Voorbereiding en Anesthesie’.

Het is fijn voor uw kind om wat eigen speelgoed, een knuffel of een boek mee te nemen. Het is niet verstandig duur speelgoed of andere kostbaarheden mee te nemen. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor beschadiging, diefstal of verlies.

Voorbereiding

Wanneer moet u vooraf contact opnemen?

Het is belangrijk dat u vóór u naar het ziekenhuis komt contact opneemt met de polikliniek KNO als:

  • Uw kind zich op de dag van opname ziek voelt of een temperatuur heeft van 38 graden Celsius of hoger. Neem hiervoor thuis de temperatuur van uw kind op. Het kan zijn dat de operatie wordt uitgesteld omdat uw kind anders erg ziek van de narcose kan worden.
  • Uw kind op de dag van opname huiduitslag heeft.
  • Uw kind de afgelopen 3 weken in contact is geweest met kinderen (of volwassenen) met kinderziekten zoals bof, rode hond en waterpokken.
Eten en drinken vóór de ingreep

Het is belangrijk dat uw kind ‘nuchter’ is, voor de operatie. Dat wil zeggen dat het ná een bepaalde tijd niets meer mag eten of drinken. Als uw kind te kort voor de ingreep gegeten of gedronken heeft, kan het na de operatie misselijk worden en moeten spugen. Leg daarom uit waarom het belangrijk is dat uw kind zich hieraan houdt.

Informatie over nuchter zijn voor de operatie vindt u in de folder ‘Anesthesie’.

De operatie

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich met uw kind bij de OK-Dagbehandeling. Een verpleegkundige vangt u beiden hier op en bereidt uw kind voor op de operatie. Als iets niet duidelijk is, vraag dan gerust om uitleg. De operatie gebeurt in dagbehandeling; na de operatie verblijft uw kind ongeveer 2 uur op de uitslaapkamer van de OK-Dagbehandeling. Als het na 2 uur goed gaat, mag uw kind naar huis.

Uw kind krijgt een ‘operatiejasje’ aan en een armbandje om met de naam en geboortedatum. Ook krijgt uw kind een zetpil tegen de pijn ná de operatie. Eventuele oorbellen en sieraden moet uw kind uitdoen. Dan brengt een verpleegkundige samen met één van de ouders uw kind naar de operatiekamer.

Eén ouder mag bij uw kind blijven tot het onder narcose is gebracht. Broertjes en zusjes kunnen dus niet mee. De tweede ouder kan wachten tot uw kind weer terugkomt.

Gang van zaken tijdens de operatie

Een operatie aan het tongriempje gebeurt onder algehele narcose. Uw kind ligt hierbij op de operatietafel of zit op schoot bij een verpleegkundige, totdat het in slaap is gebracht en geen pijn meer voelt. Dit in slaap brengen gebeurt door uw kind enige tijd in- en uit te laten ademen in een kapje, dat over de mond en de neus wordt geplaatst. Uit het kapje stroomt narcosegas. Het is normaal dat de armen en benen van uw kind bewegen vlak voordat uw kind in diepe slaap valt; uw kind merkt daar al niets meer van. Dit is geen teken van tegenstribbelen of paniek maar een normaal verschijnsel aan het begin van de narcose. Soms krijgt uw kind een prikje in de arm in plaats van het kapje. De beslissing voor een kapje of prikje neemt de anesthesioloog op de polikliniek Pre-operatieve screening, in overleg met u en uw kind. Als uw kind slaapt brengt een verpleegkundige u terug naar de voorbereidingsruimte.

Tijdens de operatie wordt het tongriempje ingeknipt om zo de tong meer bewegingsruimte te geven. Meestal is het wondje klein, bloedt het nauwelijks en zijn er geen hechtingen nodig. Bij een wat grotere wond kan besloten worden om toch te hechten. De hechtingen lossen vanzelf op binnen ongeveer twee weken en hoeven er later dus niet meer uitgehaald te worden.

Na de operatie

Na de operatie mag u (één ouder) weer bij uw kind op de uitslaapkamer, als het wakker wordt na de operatie. Uw kind heeft na de operatie nauwelijks pijn. Het is goed dat uw kind zodra het goed wakker is, regelmatig kleine beetjes drinkt. Koud water, limonade zonder prik, appelsap en waterijsjes zijn hiervoor heel geschikt.

Mogelijke complicaties en risico’s

Het nabloeden van het wondje is zeldzaam, maar kan voorkomen. Dit stopt meestal vanzelf.

Weer naar huis

Na de operatie mag uw kind nog niet eten. Breng daarom geen fruit of snoep mee. Na ongeveer 1 uur, als uw kind goed wakker is, mag uw kind naar huis.

Leefregels na de operatie

Als uw kind weer thuis is, mag het die dag langzaam weer alles gaan eten en drinken. We raden u aan om te beginnen met (koud) drinken en vloeibare voeding zoals pap en yoghurt. Als dit goed gaat kan uw kind weer eten en drinken wat het gewoonlijk doet. De dag na de ingreep mag uw kind weer naar buiten.
Mocht uw kind toch pijn hebben, dan kunt u het een pijnstiller geven zoals paracetamol, in de dosering die volgens de bijsluiter hoort bij het gewicht van uw kind.

Wanneer moet u contact opnemen?

In de onderstaande gevallen is het belangrijk dat u contact opneemt met het ziekenhuis:

  • bij een temperatuur boven de 38,5 graden Celsius;
  • als een bloeding uit het wondje niet stopt.

Tijdens kantooruren neemt u contact op met de polikliniek KNO. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp.

Verhinderd

Bent u op de afgesproken datum en/of tijd verhinderd? Geef dit dan zo snel mogelijk door aan het secretariaat van de polikliniek KNO, het liefst minstens een week vóór de ingreep. Als u dit op tijd doet, kan een andere wachtende patiënt worden ingepland.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek KNO.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polilkliniek KNO
040 – 239 71 30
(voor het maken van een afspraak op de polikliniek of bij spoedgevallen tijdens kantooruren)

Secretariaat KNO
040 – 239 71 32
(voor het maken van een afspraak voor de operatie)

Spoedeisende Hulp (SEH)
040 – 239 96 00

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek KNO vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/keel-neus-en-oorheelkunde


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden