Positieve mondstimulatie bij een zieke zuigeling (Folder)

Kindergeneeskunde
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Positieve mondstimulatie bij een zieke zuigeling (Folder)

Uw kindje is bij ons opgenomen op de zuigelingenunit. Uw kindje krijgt de voeding geheel of gedeeltelijk via een maagsonde. Hierdoor krijgt het weinig positieve prikkels rondom of in het mondgebied. Die positieve prikkels zijn wel belangrijk voor de ontwikkeling van de mondmotoriek, de voedingsontwikkeling en de taalspraakontwikkeling van uw kindje. In deze folder vindt u informatie die kan bijdragen aan een zo optimaal mogelijke ontwikkeling hiervan. Hierbij kunt u een belangrijke en actieve rol spelen.

Mondmotoriek

De ontwikkeling van de mondmotoriek begint al tijdens de zwangerschap. Rond de dertiende week van de zwangerschap maken kinderen in de baarmoeder al slikbewegingen; rond de zestiende week van de zwangerschap zelfs al zuigbewegingen. Vanaf de geboorte krijgt uw kindje prikkels in of rondom het mondgebied. Bijvoorbeeld door het geven van borst- of flesvoeding of het krijgen van kusjes in het mondgebied. Hierdoor ontwikkelt de mondmotoriek zich.

Als uw kindje te vroeg geboren of ziek is, verblijft het soms in een couveuse en krijgt het voeding via een maagsonde. De aanwezigheid van deze maagsonde en handelingen, zoals bijvoorbeeld het verwisselen van die maagsonde en het verwisselen van pleisters, veroorzaken negatieve prikkels. Doordat uw kindje niet of nauwelijks voeding via de mond krijgt, mist het de positieve prikkels in het mondgebied. Deze positieve prikkels zijn belangrijk voor de mondmotoriek, de voedingsontwikkeling en de taalspraakontwikkeling.

De positieve prikkels kunt u aanbieden aan uw kindje door het spelen van ‘mondspelletjes’. Hiermee bevordert u ook de hechting tussen u en uw kind. De verpleegkundige kan u hierbij instructies geven en ondersteunen.

‘Mondspelletjes’

Door ‘mondspelletjes’ helpt u uw kindje zijn mondje te ontdekken en om zijn tong en lippen te leren bewegen. Ook went een kindje op deze manier aan het voelen van iets prettigs in en rondom de mond. Belangrijk hierbij is dat u altijd van buiten naar binnen werkt en niet meteen in het mondgebied. U begint bij handjes en voetjes en werkt vervolgens naar het mondgebied toe.

Voorbeelden van ‘mondspelletjes’:

  • Een aanraking over hoofdje of wangetjes, kusjes geven in het gezicht of op het mondje (uitsluitend door ouders).
  • Helpen de handjes te ontdekken door deze naar het mondje te brengen.
  • Uw kindje op zijn eigen vingertjes laten zuigen. Om uw kindje smaakervaring op te laten doen, kunt u wat voeding op een wattenstok doen (melklolly). Dit kan vanaf het moment dat uw kindje een zwangerschapstermijn van 32 weken heeft bereikt.
  • Uw kindje op een fopspeen laten zuigen (bij borstvoeding wordt dit na overleg met u gedaan). Dit kan vooral van toepassing zijn als een kindje sondevoeding krijgt. Uw kindje leert zo het verband leggen tussen zuigen en het krijgen van een verzadigd gevoel in de maag.
  • Geluidjes maken tegen uw kindje zoals: brabbelgeluidjes (hoge klanken), klakgeluidjes (met de tong), kusgeluidjes en zingen.
  • Met u vinger bij de mondhoeken en op de onder- of bovenlip stimulatie geven, zodat uw kindje het hoofdje in die richting draait en het mondje opent.
  • Met de vinger voor in de mond gaan of op het voorste deel van de tong of gehemelte. Dit geeft een zuigreactie. Dit kan pas vanaf het moment dat uw kindje een zwangerschapstermijn van 34 weken heeft bereikt.
  • Het aanbieden van fingerfeeding. Via de vingers krijgt uw kindje een soort spuitje met voeding aangeboden. Hij/zij maakt zelf de zuigbewegingen en krijgt de voeding binnen. Dit kan pas vanaf het moment dat uw kindje een zwangerschapstermijn van 34 weken heeft bereikt én de zuig-, slik- en ademcoördinatie voldoende is.

Aandachtspunten

  • Maak de aanraking bij uw kindje niet te zacht want dat kan een schrikreactie veroorzaken.
  • Als uw kindje afweerreacties vertoont zoals huilen en overstrekken, stop dan liever met de mondspelletjes en probeer het op een later tijdstip opnieuw.
  • Zoek een rustig tijdstip voor de ‘mondspelletjes’, liefst zonder bezoek.
  • Doe de spelletjes éénmaal per dag als uw kindje goed wakker is.
  • Doe de spelletjes niet gelijktijdig met een negatieve prikkel rond het mondgebied, bijvoorbeeld als de verpleegkundige een maagsonde inbrengt.

Knuffels

Zuigelingen maken vaak grijpende bewegingen met de handjes in de buurt van het gezicht. Als ze daarbij aan de maagsonde trekken, geeft dit een pijnprikkel.

Het is gebleken dat knuffels met zachte sliertjes of touwtjes, bijvoorbeeld een inktvis of een clown met lange benen kunnen helpen om het trekken aan de maagsonde te beperken.

Tot slot

Als u positieve mondstimulatie wilt toepassen bij uw kindje kunt u de verpleegkundige om instructies vragen. Ook als u naar aanleiding van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan de verpleegkundige op de zuigelingenunit. Zij zijn altijd bereid u nadere uitleg te geven.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis Eindhoven
040 -239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Zuigelingenunit
040 – 239 82 95


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden