Post Expositie Profylaxe (PEP) (Folder)

Inwendige geneeskunde Spoedeisende Hulp / Spoedpost
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Post Expositie Profylaxe (PEP) (Folder)

U bent op de Spoedeisende Hulp geweest omdat u het slachtoffer bent geworden van seksuele geweldpleging. Het kan zijn dat hierdoor ziekteverwekkers in uw bloed zijn gekomen, zoals chlamydia, gonorroe, het Hepatitis B en C virus en het Humaan Immunodeficiëntie virus (hiv). In deze folder leest u meer over deze ziekteverwekkers en welke maatregelen we treffen om de kans op een besmetting zo klein mogelijk te maken.

Voor u persoonlijk kan de situatie anders zijn dan hier beschreven is.

Chlamydia, gonorroe, Hepatitis B en C

Chlamydia en gonorroe

Chlamydia en gonorroe kunnen een ontsteking in de urinebuis, anus, keel of baarmoedermond geven.

Uw behandelend arts beslist of en welke medicijnen bij u worden gebruikt:

  • U krijgt eenmalig een injectie in de spier met een antibioticum (ceftriaxon) wat beschermt tegen het krijgen van een infectie met gonorroe.
  • U krijgt eenmalig een tablet met een antibioticum (azitromycine) wat beschermt tegen het krijgen van een infectie met chlamydia.

U krijgt dit antibioticum op de Spoedeisende Hulp.

Het kan voorkomen dat er andere maatregelen getroffen worden. Dit kan bijvoorbeeld zijn als u allergisch bent voor (één van) deze middelen.

Hepatitis B en C

Hepatitis B en C zijn virussen die een leverontsteking veroorzaken.

Als u in het verleden een volledige vaccinatie tegen het Hepatitis B virus heeft gehad en voldoende antistoffen heeft opgebouwd, bent u tegen deze infectie beschermd. Dan zijn er tegen deze infectie geen verdere maatregelen nodig.

Als dit niet het geval is, kan de kans op een besmetting met het Hepatitis B virus worden verminderd door toediening van een vaccin:

  • De vaccinatie betekent dat u drie keer een injectie krijgt met het Hepatitis B vaccin. Hierdoor worden er door het lichaam zelf antistoffen (afweer) aangemaakt tegen het Hepatitis B virus. De eerste injectie moet u uiterlijk binnen één week na het risicovol contact krijgen. De tweede vaccinatie krijgt u één maand later en de derde injectie krijgt u zes maanden na de eerste injectie. De eerste vaccinatie krijgt u op de Spoedeisende Hulp. De tweede en derde vaccinaties kunt u krijgen via de polikliniek infectieziekten, GGD of de huisarts.
  • Bij bijvoorbeeld een allergie of eerder onvoldoende reactie op vaccinatie wordt een injectie met immunoglobulines gegeven (speciale antistoffen tegen het Hepatitis B virus).

Uw behandelend arts beslist welke van deze twee mogelijkheden bij u wordt gebruikt.

Momenteel zijn er geen maatregelen beschikbaar om, na een risicovol contact, besmetting met het Hepatitis C virus te voorkomen. Als u een Hepatitis C infectie ontwikkelt, dan zijn er wel mogelijkheden om deze infectie in een vroeg stadium te behandelen.

Post Expositie Profylaxe (PEP)

Hiv kan een afweerstoornis veroorzaken. Na een ongewenst bloedcontact of contact met andere mogelijk besmette lichaamsvloeistoffen kunt u medicijnen nemen, die het risico op een besmetting met hiv waarschijnlijk verkleinen. Deze behandeling heet Post Expositie Profylaxe, ook wel PEP genoemd.

Post = na
Expositie = een situatie waar hiv kans heeft in het lichaam van iemand terecht te komen
Profylaxe = een behandeling ter voorkoming van een infectie
PEP:

  1. Helpt mogelijk voorkómen dat iemand hiv geïnfecteerd raakt;
  2. Bestaat uit een tablettenkuur van 30 dagen;
  3. Moet zo snel mogelijk gestart worden na een risicovolle gebeurtenis (tot maximaal 72 uur).

PEP is dus een behandeling om de kans te verkleinen dat u met hiv geïnfecteerd raakt nadat (mogelijk) het virus in het lichaam is gekomen. Wanneer u met hiv in aanraking bent gekomen, duurt het enige tijd (uren tot een paar dagen), voordat het virus zich definitief in het lichaam nestelt. Indien u vóór die tijd start met PEP voorkomt u mogelijk dat u geïnfecteerd raakt.

Niet iedereen heeft PEP nodig. Het is afhankelijk van welk risico u gelopen heeft. Als de bron van het lichaamsvocht hiv-negatief is, dan is PEP overbodig. Als de bron onbekend is, dan wordt beoordeeld of het aannemelijk is dat er een kans bestaat dat deze hiv-geïnfecteerd is.

Als de bron hiv-positief is, speelt de hoeveelheid virus in het bloed van de bron ook een rol. Naarmate de hoeveelheid virus hoger is, neemt het risico van overdracht toe. Als de hiv-positieve bron een andere SOA heeft, dan is de kans op hiv-overdracht waarschijnlijk ook groter. Als de uzelf een SOA heeft, dan is uw bevattelijkheid voor hiv waarschijnlijk ook groter.

Ook wordt er gekeken naar het soort seksueel contact. Het ontvangen van anale of vaginale seks is riskanter dan anaal of vaginaal seks geven. Bij oraal contact wordt het risico kleiner wanneer er geen sperma in de mond komt. Komt er wel sperma in de mond dan is het infectierisico groter als het wordt ingeslikt.

Procedure

Afhankelijk van de aard van het incident en de bijkomende beïnvloedende factoren, bepaalt de arts-assistent Inwendige geneeskunde of de verpleegkundig specialist Inwendige geneeskunde of de arts-assistent Inwendige geneeskunde of u in aanmerking komt voor PEP.  Bij voorkeur wordt de behandeling zo snel mogelijk gestart na het gelopen risico, maar in ieder geval binnen 72 uur.

Bij u wordt, voor start van de PEP, bloed afgenomen ter controle van het bloedbeeld, lever en nierfunctie. Soms wordt vooraf al getest op hiv.

Buiten kantoortijden
Bent u op de Spoedeisende Hulp buiten kantoortijden, dan krijgt u een noodsetje mee met PEP voor 3 dagen. In totaal zal u echter gedurende 30 dagen medicatie innemen. Het is de bedoeling dat u de eerste werkdag na het incident zelf een afspraak maakt met de verpleegkundig specialist Inwendige geneeskunde op de polikliniek Inwendige geneeskunde. De eerste afspraak is een telefonisch consult. In dat consult wordt samen met u een controle (telefonisch of fysiek) gepland na 4 weken (einde van de kuur).

Binnen kantoortijden
Als u binnen kantoortijden op de Spoedeisende Hulp bent, wordt er door het personeel van de Spoedeisende Hulp dezelfde dag met spoed een afspraak voor u gemaakt bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek Inwendige geneeskunde.

Op de polikliniek Inwendige geneeskunde zal de verpleegkundig specialist u zien en het beleid met u bespreken. Er worden ook direct vervolgafspraken (inclusief bloedafname) gemaakt na 1, 3 en 6 maanden (en op indicatie nog extra). De uitslagen van deze bloedafnames krijgt u tijdens uw poliklinische afspraken.

Als na zes maanden de bloeduitslagen negatief zijn, er in de tussentijd geen andere incidenten plaats hebben gevonden, kunt u er vanuit gaan dat u niet geïnfecteerd bent. U krijgt dan geen verdere controle-afspraken meer.

Medicatie

U krijgt een combinatie van hiv-remmers die u gedurende 30 dagen moet innemen. Die combinatie bestaat uit minstens drie werkzame medicijnen. Uw verpleegkundig specialist schrijft u de medicatie voor. In de meeste gevallen wordt de combinatie Tenofovirdisoproxil, Emtricitabine en Dolutegravir voorgeschreven.

Deze medicijnen dient u eenmaal per dag tegelijkertijd op een vast tijdstip in te nemen (bijvoorbeeld iedere dag om 08.00 uur).

Omdat u de eerste dosis van de medicijnen zo snel mogelijk na het voorval moet innemen (op de Spoedeisende Hulp) kan het zijn dat u de tweede dosis al na minder dan 24 uur moet innemen. Dit is eenmalig geen probleem. Kies een innametijd die bij u past, zodat u in staat bent om gedurende 28 dagen de medicijnen trouw in te nemen.

Het is belangrijk dat u deze middelen nauwgezet op hetzelfde tijdstip inneemt, dat u ze in de juiste dosering inneemt en dat u geen doseringen overslaat.

Tenofovirdisoproxil / Emtricitabine
Tenofovirdisoproxil / Emtricitabine is een tablet die samengesteld is uit twee middelen:

  • 245 mg Tenofovirdisoproxil
  • 200 mg Emtricitabine

De tablet dient bewaard te worden bij kamertemperatuur in een droge omgeving. De dosering is eenmaal daags één tablet. U kunt deze zowel met als zonder voedsel innemen. De tijd die tussen de innamemomenten moet zitten is 24 uur. Het is belangrijk dat u dit middel zorgvuldig inneemt, dat u de juiste dosering inneemt en dat u geen dosering overslaat. De mogelijke bijwerkingen kunnen zijn:

  • Vermoeidheid;
  • Hoofdpijn;
  • Duizeligheid;
  • Diarree;
  • Braken;
  • Misselijkheid;
  • Nierfunctiestoornissen.

Dolutegravir
Dolutegravir is een tablet, die één middel bevat:

  • 50 mg Dolutegravir

De tablet dient bewaard te worden bij kamertemperatuur in een droge omgeving. De dosering is eenmaal daags één tablet. U kunt deze zowel met als zonder voedsel innemen. De tijd die tussen de innamemomenten moet zitten is 24 uur. Het is belangrijk dat u dit middel zorgvuldig inneemt, dat u de juiste dosering inneemt en dat u geen dosering overslaat. De mogelijke bijwerkingen kunnen zijn:

  • Diarree;
  • Misselijkheid;
  • Braken;
  • Slaapproblemen.

Interactie met andere medicatie
Er zijn enkele geneesmiddelen die niet samen met Tenofovirdisoproxil, Emtricitabine of Dolutegravir gebruikt mogen worden of waarbij een andere dosering van één van de geneesmiddelen nodig is. Geef aan uw behandelaar door welke medicijnen u gebruikt of van plan bent om te gaan gebruiken, inclusief geneesmiddelen die niet door een arts of verpleegkundig specialist zijn voorgeschreven. Ook vrij verkrijgbare middelen als Sint-Janskruid, multivitaminetabletten, ijzertabletten, maagzuurremmers en grapefruitsap beïnvloeden de werking van deze medicijnen en mogen dus tijdens de behandeling niet gebruikt worden.

Medicatie vergeten in te nemen
Als u vergeten bent de medicijnen in te nemen, neemt u deze dan direct in op het moment dat u zich dit herinnert. Daarna kunt u weer uw gewone schema volgen. Dit hangt niet af van het moment waarop u erachter bent gekomen dat u de medicijnen bent vergeten. Het is niet zinvol om een dubbele dosis in te nemen om een vergeten dosis in te halen. Als u zich pas op het moment van de volgende inname realiseert dat u de voorgaande dosis vergeten bent in te nemen, kunt u deze als gemist beschouwen.

Misselijkheid en braken
Als u braakt nadat u de medicijnen hebt ingenomen, kan het zijn dat u deze opnieuw moet innemen. Hier zijn een aantal regels voor.

Als het medicijn zonder voedsel is ingenomen:

  • U braakt binnen één uur na inname  opnieuw tabletten innemen;
  • U braakt langer dan één uur na inname  niets opnieuw innemen;
  • Als er in het braaksel restanten van medicijnen zitten  opnieuw medicijnen innemen.

Als het medicijn met voedsel is ingenomen:

  • U braakt binnen drie uur na inname  opnieuw tabletten innemen;
  • U braakt langer dan drie uur na inname  niets opnieuw innemen;
  • Als er in het braaksel restanten van medicijnen zitten  opnieuw medicijnen innemen.

Indien u tijdens de PEP behandeling voortdurend last heeft van misselijkheid en braken, is het mogelijk een recept aan te vragen voor medicatie tegen de misselijkheid. U kunt hiervoor contact opnemen met de polikliniek Inwendige geneeskunde .

Wanneer moet u contact opnemen?

Voor nadere inlichtingen of bij problemen, zoals bijwerkingen van de medicatie, neem dan binnen kantoortijden contact op met de  tot de polikliniek Inwendige geneeskunde. Er zal dan een terugbelafspraak met uw behandelaar gemaakt worden. In geval van hoge koorts, aanhoudend braken of aanhoudende diarree waardoor medicatie niet kan worden opgenomen kunt u buiten kantoortijden contact opnemen met de algemene telefoniste op telefoonnummer 040 239 9111 en mag u vragen naar de dienstdoende arts-assistent Interne Geneeskunde.

Veilig vrijen

Het is van belang dat u veilig vrijt (ook met uw vaste partner) totdat na zes maanden bekend is dat u hiv-negatief bent getest. Dus vrij altijd met condoom gedurende deze periode. Dit geldt voor orale, vaginale en anale seks. Voor meer informatie over veilige seks, zie https://www.soaaids.nl en https://www.ggdbzo.nl.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u naar aanleiding van het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Inwendige geneeskunde.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Inwendige geneeskunde
040 – 239 59 00

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Inwendige geneeskunde vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/inwendige-geneeskunde 

 


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden