Scheelzien (Folder)

Oogheelkunde
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Scheelzien (Folder)

In deze folder vindt u algemene informatie over scheelzien (strabismus). Het is goed u te realiseren dat voor u of uw kind de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Scheelzien

 Elk oog wordt aangestuurd door 6 oogspieren ( 4 rechte en 2 schuine). Door een goede samenwerking tussen de oogspieren van beide ogen kunnen de ogen gecoördineerd kijken in alle richtingen en staan de ogen recht. Scheelzien is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. De aandoening ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar kan ook bij volwassenen optreden.

Scheelzien komt bij 3 tot 5% van de bevolking voor. Scheelzien kan zorgen voor zowel een cosmetisch als functioneel probleem. Kinderen die scheel kijken kunnen een lui oog (amblyopie) ontwikkelen. Als scheelzien op latere leeftijd ontstaat, kan dit dubbelzien klachten geven.

Oorzaken

Normaal gesproken worden de beelden van beide ogen in de hersenen verwerkt tot één beeld. Dit vermogen ontwikkelt zich al in de eerste levensjaren. Als de normale ontwikkeling hiervan wordt verstoord, kan scheelzien optreden.

De oorzaak is niet altijd bekend. Mogelijke oorzaken van scheelzien.

  • Erfelijkheid
  • Medische problemen rond de geboorte
  • Een ongecorrigeerde brilafwijking
  • (Infectie) ziekten
  • Oogbewegingsstoornis
  • Ongeval

 Verschillende vormen

Er zijn verschillende vormen van scheelzien:

  • Esotropie: één oog staat naar binnen gedraaid
  • Exotropie: één oog staat naar buiten gedraaid
  • Hypertropie: één oog staat naar boven gedraaid
  • Hypotropie: één oog staat naar beneden gedraaid

Bovenstaande afwijkingen kunnen apart maar ook gecombineerd voorkomen. Scheelzien kan af en toe aanwezig zijn (intermitterend strabismus) of constant. Soms valt scheelzien alleen op in een bepaalde blikrichting of alleen dichtbij of veraf.

Bij pseudostrabismus is er geen echt scheelzien aanwezig. Door een brede neusbrug lijkt het of het oog naar binnen staat. De orthoptist kan onderzoeken of er sprake is van echt of pseudostrabismus.

De gevolgen

De gevolgen van scheelzien zijn afhankelijk van de leeftijd waarop het scheelzien ontstaat. Hierbij kan er onderscheid gemaakt worden tussen de gevolgen van scheelzien dat ontstaat tijdens de kinderjaren en scheelzien dat op latere leeftijd ontstaat.

Gevolgen van scheelzien ontstaan op kinderleeftijd kunnen zijn:

  • Een lui oog (amblyopie, zie ook folder een lui oog): als scheelzien al op jonge leeftijd ontstaat is er zelden sprake van dubbelzien, het beeld van het afwijkende oog wordt namelijk onderdrukt. Als het beeld van één oog steeds wordt onderdrukt, kan het scherpzien van dit oog zich niet (goed) ontwikkelen. Er is dan sprake van een lui oog. Een lui oog gaat niet vanzelf over! In de meeste gevallen is dit goed te behandelen, mits de behandeling tijdig en consequent in de kindertijd wordt uitgevoerd.
  • Dubbelzien: als dubbelzien voor het 8ste levensjaar ontstaat dan verdwijnt dit meestal snel, omdat kinderen het vermogen hebben om het dubbelzien in de hersenen te onderdrukken.

Gevolgen van scheelzien ontstaan op volwassen leeftijd kunnen zijn:

  • Dubbelzien, dit als het scheelzien ontstaan is na het 8ste levensjaar. De hersenen hebben niet meer het vermogen om het afwijkende beeld te onderdrukken
  • Klachten zoals wazig zien of hoofdpijn
  • Onrustig kijken/ dansende letters

Behandeling

1: Bril

Sommige vormen van scheelzien kunnen volledig of gedeeltelijk gecorrigeerd worden met een bril. Het betreft hier vaak scheelzien naar binnen (esotropie) t.g.v. hypermetropie (verziendheid/plus sterkte) waardoor een operatie vaak niet meer nodig is.

2: Oogspier oefeningen
3: Prismabril
4: Scheelziensoperatie

Mocht het scheelzien met een bril en/of oogspier oefeningen onvoldoende gecorrigeerd kunnen worden, dan kan een oogspieroperatie uitkomst bieden. De orthoptist zal u hierover adviseren en bepalen wanneer de operatie kan plaats vinden en welke oogspieren geopereerd moeten worden. De oogarts voert de operatie uit.

Voordat tot een operatie wordt overgegaan, moet bij kinderen eerst het luie oog behandeld worden. Deze behandeling kan langdurig zijn (zie folder lui oog).

Bij al deze behandelingen zijn regelmatige controles door de orthoptist noodzakelijk om het verdere beleid te kunnen bepalen.

De operatie bij scheelzien

Het doel van de scheelziensoperatie is om de oogstand zo recht mogelijk te krijgen. De opererende oogarts verandert de werking van de oogspier door deze te verplaatsen of in te korten. De oogspieren zitten aan de buitenkant van de oogbol direct onder het oogwit. Bij de operatie wordt het oog er dus niet uitgehaald en er wordt niet binnen in het oog geopereerd. Meestal worden beide ogen geopereerd en soms meerdere spieren per oog. De operatie gebeurt onder algehele narcose en duurt ongeveer drie kwartier. U of uw kind wordt opgenomen voor een dagbehandeling. Het uiteindelijke resultaat van de operatie kan pas na enkele maanden beoordeeld worden. Soms is één operatie voldoende, maar vaak is een tweede en soms een derde operatie nodig om het gewenste resultaat te bereiken.

Bij oogspieroperaties op oudere leeftijd is het heel belangrijk om vooraf goed te onderzoeken in hoeverre er kans bestaat op dubbelzien na een operatie. Soms zijn de hersenen zo goed aangepast aan de bestaande afwijkende oogstand dat het onmogelijk is om een cosmetisch storend scheelzien te corrigeren zonder dubbelzien te veroorzaken. In dat geval moet van een operatie worden afgezien.

Vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Oogheelkunde
040 – 239 72 00

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Oogheelkunde kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/oogheelkunde

 


© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden