Sondevoeding toedienen (Folder)

Transferpunt
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Sondevoeding toedienen (Folder)

Het toedienen van sondevoeding is onderdeel van uw behandeling. Er is met u besproken dat u hier zelf voor gaat zorgdragen. Het voordeel hiervan is dat u niet afhankelijk bent van anderen. Maar als u dit prettiger vindt, kunt u ook uw mantelzorger om hulp vragen. In deze folder leren we u of uw mantelzorger hoe u zelfstandig sondevoeding thuis kunt toedienen.

Algemene informatie over uw behandeling

Er zijn 2 soorten maagsonden:

  • Uw sonde zit in uw neus. Hij komt via de slokdarm in de maag. We noemen dit een neusmaagsonde.
  • Uw sonde zit in de buikwand en komt uit in de maag.

Voorbereiding

  • Bewaar uw verzorgingsmaterialen op een schone en afgesloten plek, bijvoorbeeld in een kast of box, zodat ze hygiënisch blijven.
  • Was uw handen grondig met water en zeep en droog ze af met een schone handdoek of wegwerphanddoekje.
  • Zorg voor een schoon werkveld door een schone handdoek of theedoek neer te leggen als ondergrond.
  • Raak alleen de materialen aan die u nodig heeft en vermijd contact met andere dingen om besmetting te voorkomen.
  • Houd huisdieren uit de buurt tijdens de verzorging van de sonde om te zorgen voor een schone en veilige omgeving.

Benodigdheden

  • Sondevoeding (op kamertemperatuur)
  • Spuit
  • Water
  • Toedieningssysteem
  • Sondevoedingspomp en gebruiksinstructie
  • Sondevoedingstas

Instructies aansluiten sondevoeding via een neusmaagsonde

  • Was uw handen goed met water en zeep, en droog ze daarna goed af.
  • Controleer de neusmaagsonde. Kijk of de sonde goed zit en of het streepje dat bij het inbrengen is gezet nog op de juiste plek zit. Dit geldt alleen voor de neusmaagsonde.
  • Controleer de sondevoeding. Kijk of de verpakking heel is en controleer de houdbaarheidsdatum.
  • Schud het pak sondevoeding goed voordat u het gaat toedienen.
  • Spoel de sonde door. Spuit minimaal 20-30 ml lauw kraanwater door de sonde, zowel voor als na de voeding, en ook tussen de voedingen door. Dit voorkomt verstopping van de sonde.
  • Zet de voedingspomp aan. Houd de fles met de aansluiting omhoog en draai het paarse dopje van de fles.
  • Bevestig de fles aan het toedieningssysteem. Prik de fles aan en draai deze goed vast.
  • Sluit het toedieningssysteem aan op de pomp. Open de voedingspomp en plaats het siliconen stukje van het toedieningssysteem om het pompwiel.
  • Vul het systeem. Zet de pomp aan, druk op ‘fillset’ en houd deze knop 4 seconden ingedrukt. Het systeem wordt nu gevuld met de sondevoeding.
  • Sluit het toedieningssysteem aan op de neusmaagsonde. Stel de voedingspomp in op de juiste snelheid (ml per uur) door de plus/min knop in te stellen. Druk daarna op start/stop om de pomp te laten lopen.
  • Fixeer de sonde aan de kleding om te zorgen dat de sonde goed op zijn plek blijft en om irritatie of verschuivingen te voorkomen.
  • Verzorg de neus en mond. Reinig de neus, vervang de neuspleister indien nodig, en poets de tanden (of gebruik een gaasje om de mond te reinigen).
  • Was uw handen opnieuw nadat u klaar bent.

Stappen na het toedienen van de sondevoeding

  • Was uw handen goed met water en zeep, en droog ze af met een schone handdoek.
  • Zet de voedingspomp uit en haal het toedieningssysteem uit de pomp.
  • Koppel het toedieningssysteem los van de sonde.
  • Spoel de sonde door met 20 ml lauw kraanwater om verstopping te voorkomen.
  • Sluit de sonde af met een dopje om te zorgen dat de sonde schoon blijft.
  • Gooi het lege pak sondevoeding en het gebruikte toedieningssysteem weg.
  • Was uw handen opnieuw nadat u klaar bent.

Instructies aansluiten sondevoeding via een PEG-sonde of Jejunumsonde

  • Was uw handen goed met water en zeep, en droog ze goed af.
  • Controleer de sondevoeding. Kijk of de verpakking nog heel is en controleer de houdbaarheidsdatum.
  • Schud het pak sondevoeding goed voordat u het gaat gebruiken.
  • Spoel de sonde door met minimaal 20 ml lauw kraanwater. Doe dit zowel voor het starten, stoppen van de sondevoeding, als tussen voedingen door. Dit voorkomt verstopping van de sonde.
  • Zet de voedingspomp aan. Houd de fles met de aansluiting omhoog en draai het paarse dopje van de fles.
  • Bevestig het toedieningssysteem aan de fles. Prik het systeem in de fles en draai het goed vast.
  • Plaats het toedieningssysteem op de voedingspomp. Zet het siliconen stukje van het systeem om het pompwiel.
  • Vul het toedieningssysteem. Zet de pomp aan, druk op de knop ‘fillset’ en houd deze 4 seconden ingedrukt. Het systeem wordt nu door de pomp gevuld met voeding.
  • Sluit het toedieningssysteem aan op de sonde en stel de juiste toedieningssnelheid in met de plus/min knop (ml per uur). Druk daarna op ‘start/stop’ om de pomp te laten lopen op de ingestelde snelheid.
  • Was uw handen opnieuw nadat u klaar bent.

Instructies afsluiten sondevoeding via een PEG-sonde of Jejunumsonde:

  • Was uw handen goed met water en zeep, en droog ze af met een schone handdoek.
  • Zet de voedingspomp uit en haal het toedieningssysteem uit de pomp.
  • Koppel het toedieningssysteem los van de sonde.
  • Spoel de sonde door met 20 ml lauw kraanwater om te voorkomen dat de sonde verstopt raakt.
  • Sluit de sonde af met een dopje om deze schoon te houden.
  • Gooi het lege pak sondevoeding en het gebruikte toedieningssysteem weg.
  • Was uw handen opnieuw nadat u klaar bent.

Het is belangrijk om de sonde 4 tot 6 keer per dag door te spuiten met 20 tot 30 milliliter lauwwarm water. Dit doet u om verstopping van de sonde te voorkomen. Gebruik een spuit van minimaal 10 milliliter.

Tips

  • Het toedieningssysteem dient elke 24 uur vervangen te worden.
  • Let op de houdbaarheidsdatum van de sondevoeding
  • De materialen, die u binnen 8 uur weer gebruikt, maakt u schoon met water
  • Bewaar de uitgespoelde spuit in een afgesloten bakje in de koelkast
  • Vervang iedere 3 dagen de spuiten
  • Een geopende verpakking sondevoeding mag u maximaal 24 uur in de koelkast bewaren

Wanneer neemt u contact op met de poli?

  • Bij koorts boven de 38.5 graden Celsius.
  • Als de sonde is uitgevallen of niet meer goed zit
  • Als de sonde is verstopt

Contact

Heeft u medische vragen? Bel dan met de poli. De contactgegevens staan op uw ontslagformulier.

Bij vragen over de instructie bel dan met de instructieverpleegkundige:
Telefoonnummer: 040-2397454 van maandag tot en met vrijdag onder kantooruren.
E-mailadres: infoinstructieverpleegkundige@catharinaziekenhuis.nl


© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden