Spreekuur carpale tunnelsyndroom (Folder)

Neurologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Spreekuur carpale tunnelsyndroom (Folder)

In deze folder kunt u lezen wat het carpale tunnelsyndroom is. Omdat uw huisarts vermoedt dat er sprake is van het carpale tunnelsyndroom verwijst hij/zij u naar het spreekuur van de polikliniek Neurologie. Dit spreekuur is ingesteld om u sneller te helpen en zorgt dat u minder vaak de polikliniek hoeft te bezoeken voor hetzelfde doel.

Wat is het carpale tunnelsyndroom?

Het carpale tunnelsyndroom wordt veroorzaakt door langdurige beknelling van de middelste armzenuw. Deze zenuw loopt door een soort tunnel aan de binnenkant van de pols. Dit noemen we de carpale tunnel. Bij het carpale tunnelsyndroom is de carpale tunnel te nauw voor de inhoud. Deze bestaat uit buigpezen van de vingers en de middelste armzenuw.

Wat zijn de klachten?

U kunt last hebben van:

  • een tintelend of pijnlijk gevoel in uw hand en vingers;
  • een doof gevoel in de vingertoppen;
  • krachtverlies in de hand;
  • een uitstralende pijn via de onderarm en elleboog tot in de schouder.

Voor verdere informatie over het carpale tunnel syndroom verwijzen we u naar de folder ‘Carpale tunnel syndroom’.

Het onderzoek

Op de functieafdeling van Neurologie wordt u verwelkomd door de laborant klinische neurofysiologie. U ondergaat eerst een EMG-onderzoek. De laborant vraagt u om rustig en ontspannen op de onderzoekstafel plaats te nemen. Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van elektroden die op de huid worden geplakt. Daarna krijgt u stroomstootjes op de huid toegediend om de zenuwen te prikkelen. Dit is volstrekt ongevaarlijk.

De stroompjes veroorzaken een kloppend gevoel, maar dit wordt over het algemeen niet als pijnlijk ervaren. Op deze wijze wordt de zenuwgeleidingstijd gemeten. Dit is de tijd die de zenuw nodig heeft om de toegediende prikkel te geleiden en zegt iets over het functioneren van de zenuw. Meestal is nadien het onderzoek klaar, in sommige gevallen volgt er nog een echo-onderzoek van de zenuw. Met behulp van een echoapparaat kan de laborant dan de zenuw in beeld brengen om te bepalen of er afwijkingen te zien zijn. Bij een echografie wordt er gebruik gemaakt van geluidsgolven. Deze geluidsgolven zijn voor het menselijk oor niet hoorbaar.

Tijdens het onderzoek zit of ligt u op de onderzoekstafel, dit is afhankelijk van de zenuw die bekeken moet worden. Op de huid wordt contactgel aangebracht. Met een transducer (deze zendt geluidsgolven uit) wordt er over de huid heen en weer geschoven. Het geluid wordt door de verschillende weefsels in het lichaam weerkaatst. Het echoapparaat vangt de golven op en zet deze om in beelden. Op deze manier wordt op het beeldscherm de zenuw in beeld gebracht.

Na het onderzoek mag u even plaatsnemen in de wachtkamer en wordt u vervolgens binne geroepen bij de neuroloog of gezien door de co-assistent met aansluitend de neuroloog. Deze stelt vragen over uw klachten en over uw algemene gezondheidstoestand. Hierna volgt een kort lichamelijk onderzoek.

Voorbereiding op het onderzoek

Wij verzoeken u dringend op de dag van het onderzoek géén huidcrème te gebruiken. Dit heeft namelijk tot gevolg dat de elektroden die dan gebruikt worden niet goed blijven plakken waardoor de meting niet uitgevoerd kan worden. Het is belangrijk voor het onderzoek dat uw handen zo warm mogelijk zijn. U kunt bijvoorbeeld handschoenen dragen of in de wachtruimte goed in uw handen wrijven.

Als u bloedverdunnende middelen als Acenocoumarol of Marcoumar gebruikt, moet u dit voorafgaand aan het onderzoek melden.

Behandeling

Als de diagnose carpale tunnelsyndroom is gesteld, bespreekt de neuroloog met u de mogelijkheden van behandeling. De neuroloog kan u een injectie met een pijnstillende en zwellingverminderende vloeistof geven iets boven de pols. Deze behandeling kan direct na het stellen van de diagnose plaatsvinden. Na afloop kunt u direct naar huis, mag u uw werkzaamheden weer hervatten en mag u autorijden. Er zijn geen beperkingen.

In andere situaties kan operatieve behandeling worden overwogen. Deze wordt meestal door de plastisch chirurg uitgevoerd en vindt plaats onder plaatselijke verdoving op een later tijdstip tijdens een dagopname. Uw neuroloog bespreekt met u wat voor u de meest geschikte behandeling is en wat de specifieke voor- en nadelen daarvan zijn.

Verhinderd

Kunt u niet naar uw afspraak komen? Geef dit dan uiterlijk 24 uur van tevoren door. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Neurologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Afdeling Klinische neurofysiologie
040 – 239 94 50

Polikliniek Neurologie
040 – 239 94 00

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Klinische neurofysiologie en polikliniek Neurologie kunt u vinden op www.catharinaziekenhuis.nl/neurologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden