Subcutaan injecteren (Folder)

Transferpunt
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Subcutaan injecteren (Folder)

Er is met u besproken dat u of uw mantelzorger een subcutane injectie gaat toedienen (prik onder de huid). Het voordeel is dat u dit zelf kunt en dus niet afhankelijk bent van een ander. In deze folder vindt u meer informatie over hoe u dat thuis zelf kunt doen.

Algemene informatie over de handeling

Bij subcutane injecties vindt inspuiting (injectie) plaats in het onderhuidse bindweefsel. De huid krijgt bloed vanuit de grote slagaders die onder het onderhuidse bindweefsel lopen. Van hieruit lopen takken naar het onderhuidse bindweefsel en de lederhuid. Daar vormen ze een fijn netwerk van haarvaten. Na injectie in het onderhuidse bindweefsel wordt de vloeistof geleidelijk opgenomen.

Over het algemeen zijn de subcutane doses 0,5 – 1ml.

Voorbereiding

  • Zorg voor een schoon werkveld. Leg hiervoor een schone handdoek of theedoek neer.
  • Was uw handen goed met water en zeep. Droog ze af met een schone handdoek of een wegwerphanddoekje. Gebruik elke dag een schone handdoek.
  • Laat geen huisdieren in de buurt wanneer u met de handeling bezig bent.
  • Raak tijdens de handeling niets aan wat niet nodig is. Dit voorkomt besmetting.
  • Bewaar uw verzorgingsmaterialen in een afgesloten kast of box om ze schoon te houden.

Benodigheden

  • Injectiespuit
  • Naaldcontainer
  • Depperje/pleister/gaasje

Waar gaat u injecteren?

Geschikte injectiegebieden voor subcutane injecties zijn:
  • De boven/buitenkant van het bovenbeen (handbreedte boven de knie vrijlaten);
  • Het gebied naast en onder de navel (houd minimaal 2 cm afstand van de navel);
  • Billen (bovenste buitenste deel);
  • De boven/buitenkant van de bovenarm.

Instructies injecteren

Injecteren volgens de verschillende technieken (afhankelijk van de huiddikte)
De loodrechtmethode
  • Breng de naald loodrecht door het huidoppervlak (door de opperhuid en de lederhuid) in. Afhankelijk van de dikte van uw huid en de naaldlengte kan dit zowel met als zonder opnemen van een huidplooi. Bij een dunne onderhuidse bindweefsellaag neem een huidplooi op.

De huidplooimethode
  • De helft van de opgenomen huidplooi is de dikte van het onderhuidse bindweefsel. Door de naald boven de huidplooi te houden kunt u de dikte van de onderhuidse bindweefsellaag en dus de injectiediepte afmeten.
  • De huidplooi neemt u op met 2 of 3 vingers (bij het opnemen van een huidplooi met 5 vingers wordt vaak spierweefsel meegenomen en is de huidplooi te dik).
  • Breng de naald onder een hoek van 45-60º in halverwege tussen het laagste en hoogste punt van de huidplooi.
  • Trek na insteken van de naald de zuiger iets op om te controleren of de naald niet in een bloedvat zit. (Verschijnt er bloed in de spuit dan de naald verwijderen en een nieuwe injectie klaarmaken)
  • Indien u Fragmin ® moet toedienen, dan hoeft u de zuiger niet op te trekken. U dient echter de huidplooi vast te houden tijdens het inspuiten.
  • Spuit de injectievloeistof geleidelijk in
  • Trek de naald met een snelle beweging onder dezelfde hoek als deze gezet is terug
  • Met een depper of gaas de insteekplaats deppen (niet masseren) zonodig afdrukken
  • Sluit de naald veilig af en doe deze met gesloten beschermmechanisme in de naaldencontainer
  • Handen desinfecteren

Tips

  • Gooi de naald meteen in de naaldcontainer. Doe het dopje er niet terug op.
  • Kies bij elke injectie een nieuwe plek.
  • Prik niet in blauwe plekken.

Wanneer neemt u contact op met de poli?

  • Bij grote blauwe plekken
  • Het zwart worden van de huid
  • Overgevoeligheidsreacties op het toegediende medicijn.

Contact

Heeft u medische vragen? Bel dan met de poli van uw behandeld specialist. De contactgegevens staan op uw ontslagformulieren.

Bij vragen over de instructie bel dan met de instructieverpleegkundige.
Telefoonnummer: 040-2397454 van maandag tot en met vrijdag onder kantooruren.


© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden