TFCC laesie (Folder)

Plastische chirurgie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

TFCC laesie (Folder)

In deze folder leest u algemene, aanvullende informatie over een TFCC laesie. Vanzelfsprekend is de folder geen vervanging voor een gesprek met uw plastisch chirurg. Daarnaast is het goed om u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan hier is beschreven.

Wat is een TFCC laesie?

TFCC is de afkorting van Triangulare Fibrocartilage Complex, een soort meniscus van de pols. Het TFCC verbindt de ellepijp met het spaakbeen en de pols. Een scheur in de TFCC geeft pijnklachten aan de pinkzijde van de onderarm en pols. Een typische klacht is pijn bij het opdrukken uit een stoel.

Oorzaak van TFCC

Het TFCC kan scheuren bij een val, krachtige draaibeweging, of slijten.

Diagnose van TFCC

De diagnose kan soms met behulp van een MRI scan gesteld worden. Maar vaak lijkt op een MRI het TFCC intact te zijn, terwijl er toch relevante scheuren in kunnen zitten. Daarom doen wij meestal een artroscopie (kijkoperatie) van de pols om erachter te komen of er scheuren in het TFCC zitten.

Behandeling

Tijdens een kijkoperatie kan de diagnose gesteld worden, en kunnen tegelijkertijd onregelmatigheden weggehaald worden. Ook kleine, afgebroken deeltjes van het TFCC die vastzitten in het gewricht, kunnen tijdens een artroscopie verwijderd worden. In een aantal gevallen is het mogelijk om het TFCC artroscopisch te hechten.

Wanneer we de beschadigde TFCC niet kunnen herstellen tijdens een kijkoperatie, volgt er een gewone operatie. Via de bovenkant van de pols wordt het TFCC weer gehecht of teruggezet op de ellepijp. Soms is het hele complex afgescheurd met een stukje bot (processus styloideus). Dit kunnen we vastzetten met pinnen en een draadje.

Vóór de operatie

Als u wordt geopereerd, vindt deze plaats onder algehele narcose of regionale verdoving. Ongeacht de verdoving die u krijgt, mag u kort na de operatie naar huis. Voordat u wordt behandeld, wordt u verwezen naar de polikliniek Pre-operatieve Screening.

Pre-operatieve screening en anesthesie

U wordt geopereerd en bent daarom doorverwezen naar de polikliniek Pre-operatieve screening. Op deze polikliniek bekijkt de anesthesioloog of de operatie voor u extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Tijdens dit gesprek bespreken we de verdoving (anesthesie) en pijnstilling met u. We bespreken waarop u moet letten met eten, drinken en roken op de dagen rondom de operatie. Daarnaast spreken we af hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Omdat we uw medicijnen willen controleren krijgt u ook een afspraak bij de Apotheek. Zorg dat u tijdens deze afspraak een actueel medicijnen overzicht of medicijnpaspoort bij de hand heeft als u medicijnen gebruikt. Ook vragen we u om bij uw eigen apotheek toestemming te verlenen voor het digitaal delen van de medicatiegegevens.

Ter voorbereiding op deze afspraken vragen we u een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst staat voor u klaar in MijnCatharina. Het is belangrijk dat u deze vragenlijst zo snel mogelijk invult. Nadat u de vragenlijst heeft ingevuld, plannen wij voor u een afspraak bij de Apotheek en een afspraak bij de polikliniek Pre-operatieve screening. Soms zijn dit telefonische afspraken; soms nodigen we u uit voor een bezoek op de polikliniek. Dit hangt af van de antwoorden op de vragenlijst en de operatie die u krijgt. 

Bij de Apotheek en de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u alleen op afspraak terecht.

De Apotheek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 16.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 87 20.

De polikliniek Pre-operatieve screening is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.00 en 17.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 85 01.

Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder ‘Anesthesie‘.

Aandachtspunten vóór de operatie

  • Als u bloedverdunners gebruikt, dan maakt u daarover afspraken. U krijgt van uw arts instructies over het stoppen of doorgaan met uw bloedverdunners.
  • Roken wordt ten zeerste afgeraden vanaf zes weken vóór tot zes weken na de operatie. Roken vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing.
  • Voor de operatie mag u alleen paracetamol innemen. Andere pijnstillers, zoals Aspirine of Naprosyne, maar ook die u zonder recept kunt verkrijgen, kunnen het risico op bloedingen verhogen.
  • U kunt na de operatie niet zelf autorijden; regelt u dus van tevoren vervoer naar huis.
  • U mag de dag van de operatie geen bodylotion gebruiken.

De opname

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich op de afdeling. U wordt ontvangen door een verpleegkundige. De verpleegkundige wijst u de weg op uw kamer, bespreekt alle gegevens met u en meet uw temperatuur, polsslag en bloeddruk. Soms is het nodig om bloed af te nemen, bijvoorbeeld als u bloedverdunners gebruikt. De verpleegkundige geeft u een operatiehemd en een polsbandje met uw naam en geboortedatum. Als u aan de beurt bent, rijdt de verpleegkundige u in uw bed naar de voorbereidingskamer van de operatiekamers. Hier neemt een operatiekamermedewerker de zorg voor u over.

U kunt over het algemeen dezelfde dag weer naar huis.

Leefregels na de operatie

  • Na de operatie zit er een gips om uw onderarm en duim. Dit moet droog blijven. Tijdens het douchen kunt u er een zak omheen doen.
  • Na 10-14 dagen komt u terug bij het handencentrum alwaar de hechtingen worden verwijderd en u een nieuwe spalk aangemeten krijgt voor nog 4 weken.
  • U dient de hand zo goed mogelijk hoog te houden om een kloppend gevoel in de hand te voorkomen. Zowel overdag als ’s nachts is dit mogelijk door de arm op een kussen te leggen.
  • Blijf met de vingers oefenen in het verband. Probeer 5x per dag 10x een vuist te maken en de vingers te spreiden.
  • Na de ingreep kunt u een pijnlijke hand hebben. Dit kunt u tegengaan met om de zes uur twee tabletten van 500mg paracetamol in te nemen. Als de pijn hiermee niet vermindert, kan het zijn dat door zwelling van de hand het verband te strak is gaan zitten. U mag het verband dan zelf voorzichtig losser maken en opnieuw aanbrengen.
  • Nadat u uit de spalk komt is het verstandig de littekens twee maal daags met een hydraterende (litteken) crème in te masseren.

Handtherapie

Na de operatie wordt u verwezen naar het handencentrum voor spalk- en oefentherapie. Zij zullen u begeleiden in het postoperatieve traject en met u aan de slag gaan om de pols weer ‘operationeel’ te krijgen. Dit traject duurt gemiddeld 3-6 maanden. Wees u ervan bewust dat dit een intensief traject is dat veel tijd en inzet van u vraag om de beweging en kracht terug te krijgen.

Soms blijft de pijn rond het operatielitteken nog weken tot maanden aanwezig. Dit is normaal. Het enige wat kan helpen is om tweemaal per dag met een hydraterende (litteken) crème het litteken te masseren. U mag uw duim na ongeveer 6 maanden weer volledig inzetten voor zware arbeid.

Mogelijke complicaties en risico’s

Algemene complicaties en risico’s

Een operatie voor duimbasis artrose heeft dezelfde algemene risico’s als een andere operatie, zoals:

  • risico’s van de narcose
  • trombose
  • een nabloeding
  • het optreden van infecties
  • stoornissen in de wondgenezing
  • lelijke littekenvorming
Specifieke complicaties en risico’s
  • Na de operatie zal de pols in z?n geheel wat stijver zijn. Ondanks intensieve handtherapie kan dit blijvend zijn.
  • Zenuwbeschadiging, die leidt tot gevoelsstoornissen van de pink. Dit is vaak van voorbijgaande aard.
  • In een zeer enkel geval kan posttraumatische dystrofie ontstaan. Hierbij ontstaan functie- en gevoelsstoornissen die lange tijd aanhouden, soms zelfs met blijvende beperkingen en invaliditeit van de hand.

Wanneer moet u direct contact opnemen?

In de volgende situaties is het belangrijk dat u contact opneemt:

  • Als u na de operatie koorts krijgt boven de 38,5ºC en de hand geheel of gedeeltelijk warm en pijnlijk aanvoelt.
  • Bij zwelling en pijn die niet reageert op pijnstillers.
  • Bij een hevig bloedende operatiewond.
  • Bij toenemende roodheid en zwelling van het wondgebied.

Buiten kantoortijden kunt u de Spoedeisende Hulp bellen.

Verhinderd

Kunt u niet naar een afspraak komen? Meld dit dan zo snel mogelijk bij de polikliniek Plastische chirurgie. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, maak dan een afspraak voor een informatief gesprek met de plastisch chirurg. De plastisch chirurgen van het Catharina Ziekenhuis werken in maatschapsverband samen met de andere plastisch chirurgen in de regio Zuidoost-Brabant.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Plastische chirurgie
040 – 239 71 20

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Plastische chirurgie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/plastische-chirurgie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden