Voedingsadviezen na een Nissen Fundoplicatie (Folder)

Diëtetiek
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Voedingsadviezen na een Nissen Fundoplicatie (Folder)

Binnenkort wordt bij u een anti-reflux operatie uitgevoerd (Nissen Fundoplicatie). De eerste twee weken na de operatie dient u vloeibare/gemalen/gepureerde voeding te gebruiken. Dit dieet is belangrijk om grote druk op het operatiegebied te voorkomen zodat de naden goed kunnen genezen. Het doel hiervan is het verkleinen van de kans op complicaties.

Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u anders kan zijn dan hier beschreven is.

Tijdens opname

U begint na de operatie met een helder vloeibaar dieet. Denk hierbij aan water, thee, drinkbouillon, appelsap of limonade.
Indien dit goed gaat, mag u al vrij snel uitbreiden naar een vloeibaar/ gemalen/ gepureerd dieet.

De vloeibare warme maaltijd in het ziekenhuis wordt geserveerd door de voedingsassistente en bestaat uit drie vloeibare componenten: vlees/vis, aardappel en groente.
U kunt de voedingsassistent vragen naar het vloeibare assortiment wat beschikbaar is in het ziekenhuis.

Voeding na ontslag

Vloeibare maaltijden zijn zelf te bereiden, maar u kunt ook gebruik maken van kant-en-klaar producten.

Thuis kunt u gebruik maken van een staafmixer, blender of keukenmachine om producten fijn te malen.

Gebruik van maaltijdvervangers of babyvoeding ter vervanging van de warme maaltijd wordt afgeraden.

Voedingsmiddelen

Hieronder staan de voedingsmiddelen die u dagelijks minimaal nodig heeft. De inname verschilt uiteraard per persoon. De gegeven hoeveelheden gelden als richtlijn.

  • Graanproducten ter vervanging van brood (havermout, griesmeel, Brinta) verwerkt in 2 porties pap.
  • Melk- en melkproducten 3 tot 5 bekers.
  • Vlees, vis, kip, ei of vleesvervanger (gemalen) 100 – 125 gram (rauw gewogen).
  • Vocht minimaal 1.5 – 2 liter.

Dit kan eventueel aangevuld worden met

  • Vruchtenmoes of sap, bijvoorbeeld 2 schaaltjes of bekers.
  • Aardappelen (gemalen), bijvoorbeeld 3 opscheplepels.
  • Groenten (gemalen), bijvoorbeeld 250 gram.
  • Boter of margarine, bijvoorbeeld 30 gram.

 

Voorbeelddagmenu

Ontbijt 8.00 uur:
1 schaaltje havermoutpap / griesmeelpap / brintapap / bambix

In de loop van de ochtend 10.00 uur:
1 zuivelproduct

Lunch 12.00 uur:
1 schaaltje havermoutpap / griesmeelpap / brintapap / bambix

In de loop van de middag 14.00 uur:
1 zuivelproduct (evtentueel ter aanvulling nog een stuk gepureerd fruit)

Gepureerde warme maaltijd 17.30 uur:
1 portie gepureerd vlees, vis of vleesvervanger (100 gram)
Evtentueel ter aanvulling gepureerde aardappel en/of groenten met wat jus
Of
Een maaltijdsoep fijngemalen in de blender

In de loop van de avond 19.00 uur:
1 zuivelproduct
(Eventueel ter aanvulling nog een stuk gepureerd fruit)

Drinken
Verspreid over de dag 1,5 tot 2 liter vocht.

Voedingsadviezen en tips voor bereiding en variatie

Broodmaaltijden

Brood kunt u vervangen door pap, vla, yoghurt, kwark, drinkontbijt of soep. Voor de variatie kunt u gebruik maken van de volgende (kant-en-klare) papsoorten:

  • Granenpap zoals havermout, rijst, gort, griesmeel of boekweit. Deze papsoorten leveren meer vitamines, mineralen en vezels dan vla, yoghurt en papsoorten van fijne meelsoorten.
  • Pap van fijne meelsoorten: rijstebloempap, vanillepap, custardpap, roompap of maïzenapap.
  • Pap van beschuit.

Let op: brood zonder korst, peperkoek of overige vaste voeding is na een anti-reflux operatie de eerste twee weken niet toegestaan.

Het gebruik van volle melk en melkproducten is aan te raden omdat deze meer energie (calorieën) bevatten dan halfvolle of magere soorten. Ook kunt u de pap energierijker maken door toevoeging van bijvoorbeeld ongeklopte (slag)room, boter, (dieet)margarine, suiker of siroop.

Soep

U kunt heldere of gebonden soep gebruiken. Voorbeelden van een gebonden soep zijn peulvruchtensoep, zoals erwtensoep, maar ook roomsoepen zijn geschikt. Kook toegevoegde groenten mee totdat deze zacht zijn. Verwijder soepvlees en balletjes of hak ze goed fijn. Ook kunt u na bereiding de soep glad maken met een staafmixer. Bouillon bevat, ook al is die van vlees getrokken en gevuld met verse groenten, behalve vocht en zout maar weinig voedingsstoffen. Een beetje bouillon kan wel de eetlust opwekken.

Warme maaltijd

U kunt de warme maaltijd koken zoals u gewend bent. Kies vooral producten welke makkelijk te malen zijn en maal, prak, snijd of stamp de maaltijdonderdelen fijn. Voeg eventueel extra melk, room, crème fraîche, (dieet)margarine, jus, saus, groentenat of bouillon toe om de maaltijd wat vloeibaarder te maken.

Vlees

Bak vlees, vis en kip niet te hard aan. Door het langzaam te braden, stoven, koken of pocheren blijft het zacht van structuur. Vettere vleessoorten zoals worst, gehakt en slavink zijn gemakkelijker fijn te maken dan magere soorten. Gebruik bij het fijnmalen van vlees een royale hoeveelheid jus. Naast vlees, vis en kip zijn ook vegetarische vleesvervangers als peulvruchten, gesmolten kaas, ei, tahoe, Valless®, Quorn® en Tivall® geschikt om te gebruiken. Denk hierbij ook aan een omelet en roerei of ragout.

Groente

Kook de groente goed gaar zodat deze gemakkelijk gemalen kunnen worden. Kies soorten die na het koken een zachte structuur hebben zoals aubergine, bloemkool, broccoli, wortel, courgette, spinazie, andijvie, paksoi, raapstelen, koolraap, witlof, schorseneren, bietjes en pompoen.

Harde groenten en groenten met harde vezels zoals asperges, boerenkool, draderige snijbonen, bleekselderij, tuinbonen en zuurkool kunnen de eerste weken na de operatie beter vermeden worden.

U kunt groente eventueel binden met allesbinder, bloem of maïzena. U kunt ook gebruikmaken van groente a la crème of een kant-en-klare groentesaus.

Aardappelen

Kook de aardappelen goed gaar en maak er puree van met behulp van een aardappelstamper. Voeg melk, jus, bouillon of een saus toe. Aardappelen zijn minder geschikt om fijn te malen met een mixer of keukenmachine, omdat ze dan ‘lijmerig’ worden.
Laat pasta, mie en rijst tijdelijk achterwege omdat deze producten de neiging hebben een kleffe brok te vormen na pureren.

Nagerechten

Gebruik bij een vol gevoel het nagerecht een half uur tot een uur na de warme maaltijd. Kies voor producten zoals:

  • volle -, Turkse -, Griekse -, room – of boerenyoghurt eventueel met suiker, jam, honing, chocoladesaus of siroop
  • volle vla
  • pap
  • volle kwark met suiker en eventueel fruit of vruchtenkwark
  • pudding of (chocolade)mousse
  • (room)ijs met slagroom en saus
  • appelmoes, vruchtenmoes eventueel met een toefje slagroom of zure room
Dranken

Alle dranken zijn toegestaan (met uitzondering van koolzuurhoudende dranken). Enkele voorbeelden zijn:

  • Melk, chocolademelk, anijsmelk, melk met oploskoffie, karnemelk eventueel met vruchtensap of siroop.
  • Milkshake (kant en klaar of zelfgemaakt van melk, ijs en fruit of vruchtensap).
  • Vruchtensappen.
  • Groentesappen.
  • Limonade.
  • Thee en koffie.
  • Gebruik van alcoholische dranken wordt altijd afgeraden, maar zeker na een dergelijke operatie wordt alcoholgebruik ontraden. Wilt u in de toekomst alcoholische dranken nuttigen, doe dit dan in overleg met uw arts.
Fruit en vruchtensap

Gebruik rijp/zacht fruit zonder velletjes en pitjes of gebruik vruchten uit blik. Pureer of snijd het fruit fijn, voeg eventueel nog vruchtensap, suiker, melk, yoghurt of ongeklopte (slag)room toe.

In de winkel zijn ook kant-en-klare vruchtenmoes of vruchtensap verkrijgbaar. Ook kunt u gebruikmaken van de fruithapjes voor kinderen vanaf 8 maanden. Als hartige variatie kunt u groentesap, wortelsap, tomatensap of bietensap gebruiken.

Indien u citrusvruchten zelf pureert dient u deze na het gebruik van de staafmixer, blender of keukenmachine nog goed te zeven.

Bijzonderheden

Bij het eten zijn de volgende punten belangrijk:

  • Als u eet of drinkt, praat dan niet tegelijkertijd om de kans op ‘luchtslikken’ te voorkomen.
  • Eet rustig en niet gejaagd of snel.
  • Kauw goed.
  • Zit rechtop tijdens het eten.
  • Drink niet teveel direct na de maaltijd.
  • Drink geen koolzuurhoudende dranken. Door de operatie kunt u namelijk niet goed meer opboeren.
  • Eet niet teveel, hierdoor kan de kans op braken toenemen.

Lichaamsgewicht

Een goede voedingstoestand na een operatie is belangrijk. Veel gewichtsverlies na een operatie is niet goed voor uw herstel, ongeacht uw startgewicht of BMI.
Het is echter niet verontrustend als u bij het overgaan op een gemalen voeding één tot twee kilo bent afgevallen.
Raadpleeg een diëtist wanneer u ondanks het samenstellen van een gemalen, energierijke voeding onbedoeld gewicht blijft verliezen.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of blijft u onbedoeld gewicht verliezen, dan wordt geadviseerd contact op te nemen met een diëtist.

Kosten

De kosten voor bezoek aan een diëtist van de thuiszorg of zelfstandig gevestigde diëtist worden betaald uit uw basisverzekering. De zorgverzekeraars hebben diëtisten gecontracteerd die volledig vergoed worden voor drie behandeluren op jaarbasis. Mogelijk heeft u vanuit uw aanvullende verzekering recht op een vergoeding van extra behandeluren, u kunt dit navragen bij uw zorgverzekeraar.

Hoe vind u een diëtist buiten het ziekenhuis?

Het is verstandig om bij uw huisarts te informeren welke diëtisten u kunt benaderen. Huisartsen werken vaak samen met eerstelijnsdiëtisten of zelfstandig gevestigde diëtisten in hun directe omgeving. Soms zijn deze diëtisten verbonden aan een huisartspraktijk.

Om zelf een diëtist bij u in de buurt te zoeken kunt u ook kijken op de volgende websites:

  • Nederlandse Vereniging van Diëtisten www.nvdietist.nl of www.dieetditdieetdat.nl
  • Diëtisten Coöperatie Nederland www.dcn-dietist.nl

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij leiden artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat ook een zorgverlener in opleiding uw behandeling, onderzoek of operatie kan uitvoeren. Maar dit is niet altijd zo. Uw veiligheid staat altijd bij ons voorop. Als een zorgverlener in opleiding u helpt, werkt deze altijd onder begeleiding van een gediplomeerd zorgverlener. Als u niet wilt dat een zorgverlener in opleiding u helpt, dan kunt u dit met uw arts bespreken.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Diëtetiek
040 – 239 88 69

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Diëtetiek kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/afdelingen/dietetiek

 


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden