Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11

Zelf injecteren bij een erectiestoornis (impotentie) (Folder)

Uw uroloog heeft met u de techniek van het zelf injecteren besproken, ter behandeling van een erectiestoornis (vaak ‘impotentie’ genoemd). In deze folder vindt u algemene aanvullende informatie over deze techniek. Voor u persoonlijk kan de situatie anders zijn dan hier is beschreven. Als dit het geval is, legt uw behandelend arts dit aan u uit.

Erectiestoornissen

We spreken van een erectiestoornis als het voor een man niet mogelijk is een erectie te krijgen of als de stijve penis heel snel weer slap wordt. Een erectiestoornis kan verschillende oorzaken hebben:

• psychische spanningen;
• er stroomt te weinig bloed in de zwellichamen van de penis;
• het bloed stroomt te snel uit de zwellichamen van de penis;
• zenuwen naar de penis zijn beschadigd.

Een erectiestoornis is een probleem dat bij veel mannen voorkomt. Een mogelijke behandeling bestaat uit het inspuiten van medicijnen die de doorbloeding in de penis verbeteren. Het ingespoten medicijn maakt de bloedvaten wijder en verslapt de spieren in het zwellichaam van de penis. Hierdoor stroomt er meer bloed in het zwellichaam en kan een erectie ontstaan. De injectie werkt vrijwel meteen en is na vijftien minuten maximaal.

Voordat u uzelf thuis kunt injecteren, leert een ervaren verpleegkundige of uw uroloog u de techniek aan. Deze bepaalt ook de hoeveelheid medicijnen die u nodig heeft. De dosering is afhankelijk van de oorzaak van uw erectieprobleem. Uw behandelend arts vertelt u welke dosis voor u geschikt is. Deze dosis staat ook vermeld op het etiket. U moet zich precies aan de aanwijzingen houden. U mag de dosering niet wijzigen zonder overleg met uw uroloog.

Voorbereiding

• Als u ook andere geneesmiddelen gebruikt, moet u dit aan uw arts vertellen. De ingespoten medicijnen kunnen namelijk de werking versterken van bloeddrukverlagende geneesmiddelen.
• Voor de injectie kunt u beter niet roken of alcohol gebruiken. Dit kan de werking van het medicijn verstoren.

Techniek van het zelf injecteren

Om de techniek van het zelf injecteren aan te leren, meldt u zich op de afgesproken tijd bij de polikliniek Urologie. Samen met de uroloog of verpleegkundige oefent u het vullen van de spuit en het injecteren van de medicijnen.

Klaarmaken van de injectiespuit

Voordat u kunt gaan injecteren vult u de injectiespuit met het voorgeschreven medicijn. Het medicijn wordt aangeleverd in ampullen.

U zuigt de voorgeschreven hoeveelheid uit de ampul in de injectiespuit.

Toedienen van de injectie

U pakt de penis ter hoogte van de eikel vast en trekt hem op lengte. Nu trekt u de voorhuid naar achteren, zover als dat lukt. U zoekt de plek waar u gaat injecteren nauwkeurig uit. Prik niet door de aders heen die net onder de huid zichtbaar zijn (zie ook de tekening). U brengt de naald snel in en drukt de inhoud van de injectiespuit leeg. Dit is gevoelig maar niet pijnlijk. Hierna trekt u de naald uit de penis en drukt u het prikgaatje gedurende twee minuten dicht. Dit is nodig om nabloedingen te voorkomen. Als u ook bloedverdunnende middelen gebruikt, moet u de plaats waar u injecteert drie minuten dichtdrukken.

Als de injectie niet werkt

Als de injectie niet werkt, kan het zijn dat u niet goed geprikt heeft of dat de dosering van het medicijn te laag is. Wij raden u aan om twee dagen later opnieuw met dezelfde dosering te prikken. Werkt de injectie weer niet, dan kunt u de dosering stap voor stap ophogen met ¼ ml tot een maximum van 2 ml totaal. Als u dan nog steeds geen erectie krijgt, moet u contact opnemen met de polikliniek Urologie.

Mogelijke risico’s en complicaties

Een injectie kan in enkele gevallen leiden tot een erectie die te lang duurt. Als de erectie langer aanhoudt dan vier uur, moet u contact opnemen met uw behandelend arts (ook ’s nachts). De erectie moet dan in het ziekenhuis tegengegaan worden. Dit kan met ijskoude kompressen. Eventueel is een injectie van een ander medicijn of, wanneer dit niet lukt, leegzuigen van het zwellichaam met een spuit nodig. Dit moet schade aan het weefsel van het zwellichaam voorkomen.

De injectie kan de volgende verschijnselen veroorzaken:

• bloeduitstorting;
• een verdoofd gevoel in de penis;
• roodheid van de injectieplaats;
• voorbijgaande pijn en zwelling van de voorhuid.

Deze verschijnselen verdwijnen in de regel spontaan.

• Als u tijdens de injectie pijn voelt, moet u de inspuiting staken. Een licht branderig gevoel is normaal.
• U mag niet injecteren in zichtbare bloedvaten of in de onderkant van de penis. Hierdoor kunnen bloedingen optreden. Bij een injectie op de verkeerde plaats krijgt u geen erectie. Tijdens het oefenen leert de arts of verpleegkundige u waar u het beste kunt prikken.
• U kunt duizelig worden. Let dus op als u deelneemt aan het verkeer of met machines werkt.
• Bij regelmatig injecteren gedurende een langere periode kan een plaatselijke verharding in de penis optreden. Soms zijn deze verhardingen pijnlijk. In zeldzame gevallen gaat de penis door de verharding krom staan. De verharding verdwijnt meestal als u stopt met de injecties. Om de kans op verhardingen te verminderen, moet u afwisselend links en rechts in de penis injecteren.

Wanneer moet u contact opnemen?

Als de erectie langer aanhoudt dan vier uur, moet u contact opnemen met uw behandelend arts (ook ’s nachts).

Verhinderd

Als u om dringende redenen uw afspraak niet kunt nakomen, geeft u dit dan uiterlijk 24 uur van te voren aan ons door.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Urologie

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Urologie
040 – 239 70 40

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie.