Zwangerschap bij een chronische darmziekte (Folder)

Maag-, Darm- en Leverziekten
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Zwangerschap bij een chronische darmziekte (Folder)

Zwanger worden als je een chronische darmziekte hebt, zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa. Voor veel patiënten speelt dit onderwerp op een bepaald moment in het leven. Er kunnen dan veel vragen ontstaan waar je op dat moment graag antwoord op wilt hebben.

Hoe zit het met de vruchtbaarheid en het slikken van medicijnen? Kan ik borstvoeding geven en is mijn ziekte erfelijk? Ook mogelijke risico’s die het ongeboren kind loopt en hoe groot de kans is op een aangeboren afwijking zijn zaken waarover patiënten geïnformeerd willen worden.

In deze folder vindt u antwoorden op de meest gestelde vragen. Het is belangrijk om de individuele situatie met uw Maag-Darm-Leverarts (MDL-arts) of de verpleegkundig specialist te bespreken. Het liefst vóór de zwangerschap!

Vruchtbaarheid

Meestal is de vruchtbaarheid van vrouwen met een chronische darmziekte niet verminderd. Toch is dat bij sommige vrouwen helaas wel het geval. Bijvoorbeeld bij vrouwen die operaties hebben ondergaan in het gebied van het kleine bekken. Verminderde vruchtbaarheid komt ook voor bij vrouwen met een gecompliceerd verloop van de ziekte van Crohn, bijvoorbeeld bij abcessen en na operaties in het kleine bekken. Dit is echter in wetenschappelijk onderzoek onvoldoende aangetoond. Ook een actieve darmziekte lijkt de vruchtbaarheid te verminderen. Dit komt voornamelijk doordat in perioden van actieve ontsteking, de menstruele cyclus verstoord kan zijn.

In principe geldt voor mannen hetzelfde als voor vrouwen; de vruchtbaarheid is bij een rustig verlopende darmziekte niet anders dan bij gezonde mannen. Wel kunnen sommige medicijnen invloed hebben op de zaadkwaliteit. Daarom is het belangrijk om een actuele kinderwens met de MDL- arts of verpleegkundig specialist te bespreken, dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. Hierbij wordt dan gekeken welke medicijnen wel of niet gebruikt kunnen worden bij een kinderwens. Soms is het nodig om medicijnen te stoppen of aan te passen. Verder speelt bij mannen de medische voorgeschiedenis een rol. Mannen met bijvoorbeeld een ileoanale pouch, een reservoir gemaakt van het laatste deel van de dunne darm, dat aan de anus is gehecht, kunnen minder vruchtbaar zijn.

Het is daarom belangrijk om de beslissing wel of niet opereren goed met de MDL- arts en de chirurg te bespreken.

Erfelijkheid

De vraag of een chronische darmziekte erfelijk overdraagbaar is, is met enige zekerheid te beantwoorden. Er zijn namelijk aanwijzingen dat kinderen van een ouder met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa een iets verhoogde kans hebben om deze ziekte ook te krijgen. Van de patiënten met de ziekte van Crohn heeft 13-35% kans dat 1e graad verwanten de ziekte ook hebben of krijgen. De kans bestaat dat bij een kind waarvan één van de ouders de ziekte van Crohn heeft, zich tijdens haar of zijn levensjaren ook deze ziekte ontwikkelt. Dit is het geval bij ongeveer 13% van de meisjes en 8% van de jongens. Voor colitis ulcerosa ligt het risico iets lager, namelijk 5%. Als beide ouders de ziekte hebben is het risico groter. De kans op aangeboren afwijkingen bij kinderen, waarvan de moeder een chronische darmziekte heeft, lijkt niet verhoogd te zijn. In diverse studies kon geen relatie gevonden worden met aangeboren afwijkingen.

Medicijnen

Het is een misvatting dat stoppen van medicijnen, voorafgaande aan een zwangerschap de kans op complicaties voor het kind vermindert. Een actieve darmziekte brengt juist meer risico’s met zich mee. Bij vrouwen met een kinderwens wordt ook altijd geadviseerd te starten met foliumzuur (1x daags 0,5 mg).

Voor vrouwen geldt dat zoveel mogelijk medicijnen worden gestopt vóór de zwangerschap. Dit gebeurt altijd in overleg met de MDL- arts of verpleegkundig specialist. Soms is het nodig om door te gaan met medicijnen om de darmziekte rustig te houden. Alleen methotrexaat is absoluut niet toegestaan, met name zes maanden voor de bevruchting. Niet van alle medicijnen zijn voldoende effecten bekend over het gebruik bij de zwangerschap, vooral effecten op de langere termijn zijn vaak onbekend. Voor sommige medicijnen zijn aanpassingen in de dosering noodzakelijk. Het is daarom belangrijk dat vrouwen een zwangerschap direct aan de MDL-arts of verpleegkundig specialist melden. Het beste is om dit al vóór de zwangerschap of bij de kinderwens te bespreken met beiden.

Om risico’s op aangeboren afwijkingen bij het kind te verminderen, wordt vrouwen geadviseerd om bij een kinderwens voorafgaand en tijdens het eerste trimester (eerste 12 weken) van de zwangerschap foliumzuur te gebruiken.

Bij vrouwen met een chronische darmziekte kan een hogere dosering worden gebruikt bij aanwijzingen van voedingsdeficiëntie wegens ziekteactiviteit en bij behandeling met het medicijn sulfasalazine. Voedingsdeficiëntie is een tekort aan voedingsstoffen die voor het functioneren van het lichaam belangrijk zijn.

Bij mannen lijken de meeste medicijnen veilig te zijn, maar voor mannen zijn deze risico’s minder goed onderzocht dan bij vrouwen. Er zijn medicijnen die de kwaliteit van het zaad beïnvloeden en daardoor de vruchtbaarheid verminderen, zoals methotrexaat en sulfasalazine. Voor mannen geldt; methotrexaat mag niet worden gebruikt tot zes maanden vóór de bevruchting. Daarom is het ook voor mannen verstandig, bij een kinderwens, met de MDL-arts of verpleegkundig specialist te spreken.

Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap

Uit onderzoek is gebleken dat een zwangerschap een gunstig effect heeft op het verdere verloop van een chronische darmziekte. Een actieve vorm van een darmziekte op het tijdstip van de bevruchting of tijdens de zwangerschap verhoogt beduidend de kans op een miskraam, vroeggeboorte en een lager geboortegewicht. Aangeboren afwijkingen van het kind komen echter niet aantoonbaar vaker voor bij patiënten met een chronische darmziekte dan bij personen zonder deze ziekte.

Als de darmziekte actief is bij het begin van de zwangerschap, dan blijft de ziekte zonder aangepaste behandeling meestal actief tijdens de hele zwangerschap. Anderzijds verloopt de darmziekte gunstig tijdens de zwangerschap als deze niet of weinig actief is bij het begin van de zwangerschap. Na de bevalling krijgen vier op de tien vrouwen met een chronische darmziekte wel een opvlamming van hun ziekte.

Invloed zwangerschap op activiteit van de ziekte

Ongeveer éénderde van de vrouwen met een chronische darmziekte krijgt tijdens de zwangerschap een verhoogde activiteit van deze ziekte. Dat is ongeveer hetzelfde risico als voor niet-zwangere vrouwen. Het is belangrijk om zwanger te worden als de ziekte rustig is, zo wordt de kans op actieve darmziekte verkleind. Tijdens de zwangerschap kunnen bepaalde medicijnen andere spiegels in het bloed veroorzaken en dat kan een reden zijn om u vaker poliklinisch te controleren.

Tijdens de zwangerschap bij patiënten met een chronische darmziekte moet het innemen van medicijnen voortgezet of zelfs gestart worden. Ook hier geldt het principe dat de actieve darmziekte veel nadeliger is dan het innemen van medicijnen.

Welke onderwerpen bespreken met arts of specialist

  • Individuele situatie rondom uw darmziekte, liefst vóór de zwangerschap.
  • Uw medicijngebruik voor en tijdens de zwangerschap.
  • Medicijngebruik bij mannen, vooral ontstekingsremmers.
  • Borstvoeding.

Plaats van controle van de zwangerschap en bevalling

De kans op een opvlamming van de darmziekte tijdens uw zwangerschap is afhankelijk van de medicijnen die u blijft gebruiken. Zonder medicijnen wordt deze kans op opvlamming geschat op 20-30%. Dit is vergelijkbaar met de kans buiten de zwangerschap. Aangezien het lastig kan zijn om signalen van een opvlamming vroegtijdig op te sporen bij zwangere vrouwen, wordt geadviseerd om onder controle te blijven van een gynaecoloog. En liefst in samenwerking met een MDL-arts. Bij controles dient gericht naar de klachten te worden gevraagd, zodat bij verergering de behandeling aangepast kan worden. Bij vrouwen met een actieve darmziekte wordt extra echoscopische controle aanbevolen op de groei van het ongeboren kind.

Vaginale bevalling of een keizersnede?

Of de bevalling vaginaal of via een keizersnede plaatsvindt, wordt bepaald door de gynaecoloog en is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. De bevalling bij vrouwen met een chronische darmziekte verloopt niet anders dan bij vrouwen zonder deze ziekte. Bij bijzondere situaties wordt goed overlegd tussen de behandelende gynaecoloog en de MDL-arts. Een keizersnede wordt geadviseerd bij een actieve darmziekte rondom de anus (perianaal) of bij een gecompliceerd probleem van fistelvorming. In overige situaties kan de besluitvorming bij de baring afhangen van gynaecologische argumenten.

Borstvoeding

Over dit onderwerp ontbreken te veel wetenschappelijke gegevens om algemene uitspraken te kunnen doen. Omdat de voordelen en risico’s van borstvoeding per individu verschillen, kunt u dit het beste bespreken met de MDL-arts of verpleegkundig specialist. Zij kunnen op dat moment kijken naar uw huidige medicijngebruik en u vertellen welke medicijn(en) wel of niet gebruikt mag worden bij borstvoeding.

Welke onderzoeken toegestaan tijdens zwangerschap

Tijdens de zwangerschap kunnen verschillende onderzoeken noodzakelijk zijn om tot de juiste bepaling van de ziekte en de behandeling te komen. In de eerste drie maanden van een zwangerschap wordt geprobeerd om bepaalde onderzoeken te vermijden, zoals een inwendig onderzoek van de darm (coloscopie) of een röntgenonderzoek. Maar deze onderzoeken zijn soms van groot belang. Op dat moment wegen de risico’s van het niet optimaal kunnen behandelen zwaarder dan de mogelijke risico’s van het onderzoek zelf. In het tweede en derde trimester van de zwangerschap kan een coloscopie met een kleine dosering pijnstilling veilig worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor beeldvormend onderzoek, zoals een MRI-scan. Ook een eenmalig röntgenonderzoek is in die periode toegestaan.

Tot slot

De combinatie zwangerschap en een chronische darmziekte vraagt speciale voorzorgsmaatregelen en controle. Het is belangrijk dat u begeleiding krijgt van de MDL- arts, de verpleegkundig specialist en eventueel de gynaecoloog.

Vragen

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, neem dan gerust contact op met uw MDL-arts of verpleegkundig specialist. U kunt hiervoor het beste een telefonische afspraak maken via de secretaresse van de polikliniek Maag-, Darm-, en Leverziekten (MDL).
De verpleegkundig specialist is telefonisch bereikbaar op maandag tot en met donderdag tussen 09.00 en 10.00 uur..

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Maag-, Darm- en Leverziekten (MDL)
040 – 239 97 50

Verpleegkundig specialist
040 – 239 97 50 (bereikbaar op ma t/m do van 09.00 tot 10.00 uur)

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek MDL vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/maag-darm-en-leverziekten


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden