Bestraling na borstverwijdering vaak niet nodig: ‘Een fijne conclusie, ook voor de patiënt’

Bestraling na borstverwijdering is niet altijd nodig, blijkt uit de zogeheten SUPREMO-studie. Wat betekent dit voor borstkankerpatiënten? Coen Hurkmans van het Catharina Ziekenhuis nam deel aan dit onderzoek en vertelt over de impact ervan.

In de medische wereld is er steeds meer bewijs dat sommige behandelingen voor borstkanker niet altijd nodig zijn. Dit blijkt uit de resultaten van de SUPREMO-trial, die begin november werd gepubliceerd in New England Journal of Medicine. Het onderzoek laat zien dat bestraling na een borstverwijdering in veel gevallen overbodig is voor patiënten met een matig risico op terugkeer van kanker.

Coen Hurkmans, klinisch fysicus in het Catharina Ziekenhuis, was als zogeheten quality assurance medical physicist van de EORTC (European Organisation for Research and Treatment of Cancer) nauw betrokken bij dit onderzoek. “Mijn rol in het kort was om ervoor te zorgen dat de technieken die we gebruikten tijdens deze trial (studie) goed werden uitgevoerd”, legt prof. dr. ir. Hurkmans uit. “Dat hield in dat ik toezicht hield op de gebruikte bestralingstechnieken en de kwaliteit ervan controleerde.”

Het betekent dat we patiënten niet onnodig hoeven blootstellen aan bestraling en bijwerkingen ervan zoals huidirritaties, pijn en vermoeidheid

Verschil in overleving minimaal

Het onderzoek, waaraan 1607 vrouwen uit 17 landen deelnamen, onderzocht het effect van bestraling na een borstamputatie bij vrouwen met borstkanker. Deelnemers werden verdeeld in twee groepen: de ene groep kreeg bestraling na de operatie, de andere niet. Na tien jaar bleek het verschil in overleving minimaal: 81,4% van de vrouwen die wel bestraald waren, was nog in leven, tegenover 81,9% van de vrouwen die geen bestraling kregen. Dit kleine verschil roept de vraag op: waarom zouden we bestraling toedienen als het geen toegevoegde waarde heeft? Anders gezegd, bestraling na een borstverwijdering is niet altijd nodig.

“Dat is een fijne conclusie”, vertelt Hurkmans. “Het betekent dat we patiënten niet onnodig hoeven blootstellen aan bestraling en bijwerkingen ervan zoals huidirritaties, pijn en vermoeidheid.”

Voor sommige patiënten blijft bestraling echter wel noodzakelijk, bijvoorbeeld als er sprake is van een hoger risico op het terugkeren van de ziekte. Maar voor een grote groep borstkankerpatiënten blijkt het in de praktijk mogelijk om de behandeling af te schalen zonder de overlevingskansen te schaden. Dit biedt niet alleen voordelen voor de gezondheid van de patiënten, maar kan ook bijdragen aan kostenbesparingen binnen de zorg en minder druk op de zorgverleners.

Een klinische fysicus met bril en witte jas staat met gekruiste armen voor een MRIdian Linac MRI in het Catharina Ziekenhuis.
Coen Hurkmans.

We kunnen nu nog beter afwegen welke behandelingen echt nodig zijn

Studie begon ongeveer 25 jaar geleden

De bevindingen van de SUPREMO-trial kunnen invloed hebben op behandelrichtlijnen, zowel nationaal als internationaal. In Nederland wordt het al steeds gebruikelijker om bestraling na borstverwijdering bij patiënten met een lager risico op terugkeer van de ziekte te vermijden. “Dit onderzoek helpt ons om behandelingen verder te onderbouwen. We kunnen nu nog beter afwegen welke behandelingen echt nodig zijn”, zegt Hurkmans. “Bij het Catharina Ziekenhuis hadden we al eerder de stap gezet om deze aanpak te verkennen, omdat we zagen dat de meerwaarde van bestraling voor bepaalde patiënten steeds kleiner werd.”

De SUPREMO-studie, geleid door Ian Kunkler van de Universiteit van Edinburgh en Nicola Russell van het Antoni van Leeuwenhoek, heeft internationale aandacht getrokken, met artikelen in bekende media zoals de New York Times en Daily Mail. Hurkmans: “Het is mooi om te zien dat het onderzoek zoveel aandacht krijgt. Maar belangrijker is dat we met dit bewijs kunnen aantonen dat we behandelingen steeds beter kunnen afstemmen op wat de patiënt daadwerkelijk nodig heeft.”

De SUPREMO-studie is het resultaat van een jarenlang internationaal onderzoek. Het proces begon ongeveer 25 jaar geleden en laat zien hoe geduldig en zorgvuldig onderzoek uiteindelijk tot waardevolle inzichten kan leiden die wereldwijd impact hebben. Wat Hurkmans persoonlijk trots maakt, is dat het onderzoek zijn weg vond naar New England Journal of Medicine, een van de meest prestigieuze medische tijdschriften ter wereld. “Dat zo’n belangrijk tijdschrift onze studie publiceert, is een erkenning van het harde werk en de jarenlange inzet van alle betrokkenen.”

In Nederland wordt er goed overlegd tussen specialisten, wat een groot verschil maakt ten opzichte van andere landen

Verdere discussie in landelijk platform

In Nederland wordt de discussie over de behandelrichtlijnen verder gevoerd binnen het landelijke platform voor mammacarcinoom (borstkanker) van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO). “We zitten met een groep specialisten samen om te bepalen hoe we dit soort inzichten het beste kunnen vertalen naar de dagelijkse praktijk”, aldus Hurkmans. “Het is belangrijk om niet alleen wetenschappelijke vooruitgang te boeken, maar ook om ervoor te zorgen dat deze inzichten daadwerkelijk ten goede komen aan patiënten in heel het land. In Nederland wordt er goed overlegd tussen specialisten, wat een groot verschil maakt ten opzichte van andere landen. Hier hebben we echt een gezamenlijke aanpak. Het ligt voor de hand dat niet bestralen de standaard wordt voor deze groep patiënten.”


© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden