Bij het verwijderen van de prostaat telt elke millimeter plasbuis

Hoe kun je ervoor zorgen dat mannen bij het verwijderen van de prostaat zo min mogelijk kans hebben op incontinentie? Zo min mogelijk van de plasbuis verwijderen, blijkt uit het promotieonderzoek van Alexander Beulens. Als arts-assistent urologie bij het Catharina Ziekenhuis promoveerde hij in 2023 aan de Vrij Universiteit in Amsterdam

In zijn onderzoek laat hij zien dat de lengte van de plasbuis die achterblijft bij een operatie effect heeft op incontinentie. Kortom hoe langer de plasbuis is, hoe kleiner de kans op incontinentie als gevolg van het verwijderen van de prostaat bij prostaatkanker.

Complicaties

Incontinentie en impotentie zijn de twee meest ingrijpende complicaties bij het verwijderen van de prostaat. Om een prostaat te verwijderen, moet de plasbuis altijd worden doorgesneden. De prostaat ligt immers helemaal om de plasbuis heen.

Als vervolgens de prostaat is verwijderd, wordt de plasbuis weer vastgehecht aan de blaas. Bij zo’n operatie kan de ene keer net wat meer van de plasbuis weggenomen worden dan de andere keer. Dat gaat om millimeters. Als Beulens het heeft over de plasbuis, dan bedoelt hij het stuk dat tussen de blaas en de bekkenbodem zit. “En in het onderzoek blijkt dat het verschil in gemiddelde lengte tussen continente en incontinente mannen 2,44 mm is. Of wel 12,94 mm bij continente mannen en 10,50 mm bij incontinente mannen.” 

‘Elke millimeter heeft nut’

 “Elke millimeter die je kunt sparen, is dus van belang. Uit videoanalyse van tientallen onderzoeken blijkt dat mannen van wie meer plasbuis wordt weggenomen, veel meer risico hebben op incontinentie.” Wordt er dan niet standaard zoveel mogelijk van de plasbuis gespaard bij een ingreep? “Nee”, zegt Beulens, “simpelweg omdat het verband nooit wetenschappelijk is onderbouwd. Dit onderzoek toont aan dat elke millimeter nut heeft. En ik heb de hoop dat de focus bij toekomstige ingrepen daar volledig komt te liggen.”

Robert Hoekstra, Uroloog van het Catharina Ziekenhuis, stelt dat het voor robot-chirurgen bij dit soort ingrepen altijd zoeken is naar de balans. “Het doel is om de tumor helemaal te verwijderen. Ruimer verwijderen betekent dat de kans bestaat dat je een groter deel van de plasbuis beschadigt. Sparen van de plasbuis geeft weer het risico op het achterlaten van tumorweefsel. Dat is best een dilemma.”

Sparen van de plasbuis geeft weer het risico op het achterlaten van tumorweefsel.

Dat deze studie bevestigt dat robot-chirurgen er alles aan moeten doen om de lengte van de plasbuis zo lang mogelijk te houden, of in ieder geval zo veel mogelijk moeten sparen, staat voor Beulens en Hoekstra buiten kijf. Hoekstra: “Een studie als deze maakt ook de weg vrij voor nieuwe onderzoeken. Er bestaat namelijk ook de mogelijkheid om de lengte van de plasbuis te meten met software in video-opnames van de operatie. Het onderzoek van Alexander heeft ervoor gezorgd dat budget is vrijgemaakt voor een vervolgonderzoek daarnaar. De optelsom daarvan gaat uiteindelijk operatieresultaten verbeteren en daar hebben alle patiënten baat bij.”

– Alexander Beulens

 

Promovendus Alexander Beulens
Alexander Beulens is arts in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Tijdens zijn promotieonderzoek was Alexander werkzaam als arts–assistent bij de afdeling urologie in het Catharina Ziekenhuis Eindhoven. Het onderzoek voerde hij uit bij het Nivel, binnen het onderzoeksprogramma Organisatie en Kwaliteit van Zorg, terwijl hij als buitenpromovendus promoveerde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Dit proefschrift is tot stand gekomen in samenwerking met het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, het Catharina Ziekenhuis, het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, het Erasmus medisch centrum en Maastricht University. De Kern van zijn proefschrift bestaat uit elf internationale artikelen. Ook nam hij deel aan de organisatie van robotchirurgie trainingen voor urologen in opleiding.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden