Nieuwenhuijzen, G.A.P. (Grard)
Nieuwenhuijzen, G.A.P. (Grard), Chirurg

‘Het gaat erom dat we elkaar naar een next level helpen’

Achter de schermen wordt tussen ziekenhuizen onderling hard gewerkt om de zorg voor patiënten steeds beter te maken. Uitgangspunt is dat iedere patiënt dichtbij huis, in zijn eigen ziekenhuis behandeld wordt. Alleen als het nodig is, wordt iemand verwezen naar een andere instelling met meer expertise. “Het moet niet moet uitmaken in welk ziekenhuis je binnenkomt,” zegt dr. Grard Nieuwenhuijzen, chirurg in het Catharina Ziekenhuis. “De kans op een operatie moet in ieder ziekenhuis hetzelfde zijn!”

Nieuwenhuijzen maakt zich binnen het Oncologisch Netwerk Zuidoost-Nederland – waar tien zorgpartners samen werken – sterk om elke patiënt met schildklierkanker in Brabant en Limburg de beste behandeling te geven.

Zo werkt hij al vijf jaar intensief samen met internist-endocrinoloog dr. Arno Toorians van het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop.

Grard: “We werken op twee manieren samen. In de tumorwerkgroep binnen OncoZON en in een multidisciplinair overleg (MDO) met de ‘noordelijke’ ziekenhuizen in de regio Zuidoost-Nederland. In de tumorwerkgroep ligt de nadruk op het delen van kennis en het maken van een uniform  zorgpad. In het MDO bespreken we individuele patiënten die we ook gezamenlijk behandelen.”

Arno: “Zo’n drie jaar geleden verloren we bij het St. Anna Ziekenhuis door volumenormen de schildklieroperaties. Deze worden sindsdien in het Catharina Ziekenhuis gedaan. Daar waren we in eerste instantie natuurlijk niet blij mee. Je wilt zicht hebben op de patiënt.”

Grard: “En, is dat meegevallen?”

Arno: “Absoluut. We werken samen alsof we één zorgcentrum zijn voor schildkliertumoren en schildklierkanker.”

Internist-endocrinoloog Arno Toorians van het St. Anna Ziekenhuis (l) en oncoloog-chirurg Grard Nieuwenhuijzen van het Catharina Ziekenhuis

Grard: “De patiënt merkt geen verschil tussen een bezoek aan het ene of het andere ziekenhuis. Behalve natuurlijk de locatie.”

Arno: “Dat bereiken we door elkaar van alles op de hoogte te houden en is mede te danken aan de vele digitale mogelijkheden om te overleggen.”

Grard: “We hebben schaalgrootte zonder de kracht van het lokale ziekenhuis te verliezen.”

Arno: “Patiënten identificeren zich vaak met hun ziekenhuis. Dat geeft een veilig thuisgevoel. Tegelijkertijd wil je iedereen dezelfde kansen bieden en dezelfde toegang tot innovatieve behandelmogelijkheden.”

Grard: “Vanuit diezelfde gedachte en ongeveer gelijktijdig met het starten van ons MDO werd de tumorwerkgroep schildklierkanker van OncoZON opgericht. Hierin zijn alle specialisten ten aanzien van schildklierkanker binnen onze regio vertegenwoordigd. Een belangrijke stap om de samenwerking nog beter te benutten.”

Arno: “Door met meer specialisten vanuit diverse invalshoeken naar je vakgebied te kijken, voel je je gesterkt in je keuzes. We hebben de afgelopen jaren met de tumorwerkgroep schildklierkanker hard gewerkt om een uniform zorgpad te maken. De grootste uitdaging daarbij was de diagnostiek: schildklierkanker is een zeldzame aandoening, maar de verdenking erop is dat zeker niet.”

Grard: “In 2018 haalden we in de OncoZON-regio 80 kwaadaardige schildkliertumoren weg, maar werden er 350 operaties verricht wegens de verdenking op kanker, die goedaardig bleken te zijn. Het aantal mensen dat met een schildklierprobleem bij de endocrinoloog komt, is daar weer een veelvoud van. Ik denk het vijfvoudige.”

Arno: “Je wilt een schildklier niet onnodig weghalen, maar je wilt wel zo zeker mogelijk zijn van je zaak. Dat zijn dilemma’s die kunnen leiden tot overdiagnostiek en overbehandeling. In ons vakgebied wordt wereldwijd gezocht naar verfijning van zowel de diagnostiek als de behandeling. We noemen dat ‘de-escalatie’, of ‘de weg terug’. Maar die weg is niet makkelijk.”

Grard: “Het is fijn dat we die weg met OncoZON en ons MDO samen kunnen bewandelen.”

Arno: “Klopt, het voelt veel minder onzeker. We hebben in het zorgpad allereerst gezocht naar gestandaardiseerde verslaglegging en classificatie. Hoe omschrijft de radioloog een schildklierknobbel? En wat doe je bij welke criteria?”

Grard: “Ook het werk van de patholoog hebben we geüniformeerd met een uitsnijprotocol. Hoe snij je het weefsel van een biopt en hoeveel beeldjes ga je vervolgens bekijken? Door hier samen over te praten en er een objectief zorgpad van te maken, haal je veel individuele verschillen en onzekerheid weg.”

Arno: “Ook de controlemomenten hebben we geüniformeerd. Tegelijkertijd zijn er ook nog steeds zaken waarin we van elkaar verschillen. Dat is oké. We praten, discussiëren en leren van elkaar.”

Grard: “En je hebt altijd de individuele arts-patiëntrelatie. En de dialoog, waarin we via ‘Samen Beslissen’ tot een definitief behandelplan komen.”

Grard: “Hoe zie jij de ideale samenwerking over vijf jaar?”

Arno: “Ik denk dat we in een proces zitten, waarin we telkens een stapje verder gaan. Vanuit de successen kunnen we steeds meer onderdelen van ons vak uniformeren.”

Grard: “Ik hoop dat we in de toekomst nog meer uitkomsten met elkaar gaan delen.”

Arno: “Het is inderdaad belangrijk om met data onze resultaten goed te vergelijken en te leren van elkaar. Dat doen we al, maar we kunnen nog meer delen. Gegevens over slikklachten bijvoorbeeld en hoe vaak een stemband stilstaat na een operatie.”

Grard: “Ik denk dat we eraan toe zijn om steeds meer gegevens met elkaar te delen. Vanuit het belang van de patiënt en de overtuiging elkaar te helpen. Je zegt in zulke gesprekken niet wat een ander fout doet, je luistert, leert en geeft tips. Het gaat erom dat we onszelf en elkaar naar een next level helpen.”


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden