‘Ik heb hem geen gedag kunnen zeggen, geen afscheid kunnen nemen’

Het is twee jaar geleden dat Nederland gegrepen werd door de coronapandemie. Het land staat sindsdien volledig op zijn kop. Duizelingwekkende besmettingscijfers kwamen dagelijks via de media de huiskamers binnen. Maar wat de cijfers nooit zullen kunnen uitdrukken, is het persoonlijke leed, de in stilte en eenzaamheid begraven doden en de pijn van nabestaanden en naasten. Pijn die de geschiedenisboeken in gaat als het verborgen leed van deze crisis. Oda van Zutphen uit Eerde werd in maart 2020, als één van de eerste coronapatiënten opgenomen op de Intensive Care van het Catharina Ziekenhuis. Hoewel ze het virus overwon, staat haar leven, twee jaar na dato nog altijd volledig op zijn kop.

Het verblijf op de IC kan voor veel patiënten en hun naasten een heftige, emotionele gebeurtenis zijn, die ook na ontslag uit het ziekenhuis impact kan hebben. Het Catharina ziekenhuis houdt regelmatig een IC-café. Tijdens het IC-café staan onderwerpen centraal die te maken hebben met een verblijf op de IC. De avond is bedoeld voor alle ex-IC patiënten en/of naasten. Dus niet alleen voor mensen die in het Catharina Ziekenhuis of Máxima MC opgenomen zijn geweest. Ook huisartsen zijn van harte welkom. Zorgverleners en ervaringsdeskundigen verzorgen de informatie en er is ook ruimte om ervaringen uit te wisselen met anderen. Wilt u weten wanneer er een IC-café wordt gehouden, neem dan per mail contact op: nazorg@catharinaziekenhuis.nl.

Eindhoven zondag 15 maart 2020. Vanuit ziekenhuis Bernhoven wordt Oda, toen 74 jaar oud, overgebracht naar het Catharina Ziekenhuis. Ze had het zwaar, haar zuurstofgehalte in het bloed was laag. Op de Intensive Care wordt ze ‘in slaap’ gebracht en aan de beademing gelegd. De verpleegkundige legt nog een laatste videoverbinding met haar man Leonard en haar kinderen Marianne en Fred. ‘Je kan het, ga ervoor’. De bemoedigende duim van haar man, is het laatste wat Oda nog in haar herinnering heeft. Ruim 4,5 week later wordt ze wakker en is haar wereld totaal veranderd.

Onmenselijke keuzes

Haar dochter Marianne kijkt met gemengde gevoelens terug op die periode. “Mijn broer Fred en ik hebben in die tijd onmenselijke keuzes moeten maken. Dat geeft je een gevoel van machteloosheid, pijn en verdriet. In die eerste maanden van de pandemie, werd iedereen er door overvallen. De maatregelen waren streng, er was een bezoekbeperking en door de beschermende kleding was er ook geen fysiek contact. Mijn moeder mocht slechts één persoon ontvangen. Dat was zwaar, want niemand wist of ze het zou halen.”

Chaos compleet

Een week nadat haar moeder was opgenomen, werd ook haar vader ziek. Ook zijn zuurstofwaardes waren verontrustend laag. De chaos was compleet. “Bij opname in het Bernhoven Ziekenhuis in Uden werd als snel duidelijk dat heel Brabant vol lag. Groningen, Zwolle. Delft en Amsterdam werden genoemd. “Ik heb meteen de telefoon gepakt en gebeld met het Catharina Ziekenhuis of zij wat konden doen. Zij hebben hun uiterste best gedaan om mijn vader zo dichtbij mogelijk geplaatst te krijgen. Het werd ziekenhuis Rijnstate in Arnhem. Daar ben ik ze ontzettend dankbaar voor. Ook hadden zij contact met het Rijnstate over het ziekteproces van mijn vader. De IC- verpleegkundigen voelden als familie. Iedereen was zo zorgzaam, dat vergeet ik nooit”, benadrukt Marianne.

Tussen hoop en vrees

Broer en zus leefden tussen hoop en vrees. De specialisten gaven ons weinig hoop, minder dan 5 procent. Marianne was er voor haar moeder en haar broer Fred reed elke dag naar Arnhem. “Ik kon niet naar mijn vader, want dan mocht ik niet meer naar mijn moeder en andersom. Dat waren de regels, we hadden een ‘vader-zoon bubbel’ en een ‘moeder-dochter bubbel’. We hielden elkaar op de hoogte, wisselden zuurstofgehaltes en ontstekingswaardes uit. ‘Stabiel kritiek’, was wat we elke dag wel een keer hoorden”, legt Marianne uit, “dat appten we door naar elkaar tijdens ons dagelijkse uurtje dat we op bezoek mochten. Een persoon per dag, een uur.”

Afscheid nemen

Op 26 maart 2020 overlijdt haar vader aan de gevolgen van corona. Marianne: “Mijn broer belde de dag voor zijn overlijden dat het slechter ging met ‘ons pap’. Op datzelfde moment kreeg ik van de intensivist te horen dat ze ook vreesden voor mijn moeder. Ik heb afscheid genomen van mijn moeder en ben naar Arnhem gereden omdat daar de keuze was gemaakt om te stoppen met behandelen. Mijn broer en ik zijn bij mijn vader gebleven totdat hij een dag later overleed. Ik heb in zijn oor gefluisterd ‘ga maar, het is goed zo’. Ik ben blij dat we er bij waren, en dat hij niet alleen is gestorven”, vertelt Marianne, “er is een moment geweest dat ik dacht dat ik allebei mijn ouders zou verliezen. Ik had daar zelfs vrede mee. Dan hoeft mijn moeder al die ellende niet mee te maken als ze wakker wordt, dacht ik.”

Geen gedag kunnen zeggen

Oda nam de dagen na de crematie ‘de goede afslag’ en werd op 8 april 2020 gecontroleerd wakker gemaakt. Een moeilijke boodschap volgde. Haar levenspartner, die ze ontmoette in haar jeugdjaren en met wie ze samen volwassen is geworden en met wie ze samen oud wilde worden, was overleden. De crematie was al geweest. “Dat kwam totaal niet binnen”, blikt ze nu terug. “Dat was zo onwerkelijk. Mijn kamer in het ziekenhuis hing vol met beterschapskaarten en daartussen hing de rouwkaart van mijn man, dus het moest wel waar zijn. Het ergste vind ik, dat ik me ons laatste gesprek niet meer kan herinneren. Ik zie alleen die duim nog voor me, die hij naar me opstak voordat in ‘slaap’ werd gebracht op de Intensive Care”, zegt Oda, “ik heb hem geen gedag kunnen zeggen, geen afscheid kunnen nemen.”

Een lange periode van revalidatie op Blixembosch volgt. “Dat was hard werken en ik wilde te snel te veel. Als de fysiotherapeut de trap twee keer wilde nemen, dan vond ik dat ik het wel drie keer kon. Ik wilde zo graag herstellen en naar huis”, vertelt Oda. Maar eenmaal thuis kwam de spreekwoordelijke man met de hamer. “Alles was anders. En alles leek tegen te zitten. Ik brak mijn pols en moest ook nog herstellen van een breuk in mijn rug. Dat was een hele zware periode, want ik was ook nog niet volledig hersteld van corona. En thuis kwam ook écht het besef dat mijn man er niet meer was.”

Mentaal verwerken en herstellen

Nu, twee jaar later kan Oda gaan werken aan het mentaal verwerken en herstellen. Ze worstelt nog altijd met beelden die ze niet thuis kan brengen. “Die weken dat ik op de Intensive Care in coma heb gelegen, zijn een zwart gat. Of dat er bladzijdes uit een boek zijn gescheurd. Ik weet niet meer wat waar en niet waar is. Mijn man heeft nog door het raam naar me gezwaaid, maar dat kan helemaal niet, want ik lag in een kunstmatige coma. Dat moet ik hebben gedroomd, want het is niet gebeurd. Misschien heeft hij me wel gedag gezegd…daar hou ik me aan vast. Het is zo onwerkelijk allemaal. Ik ben er nog dagelijks mee bezig, werk nog altijd aan mijn herstel. Maar het is nog steeds de moeite waard, het leven!”


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden