Met zweet checken of iemand ziek is of een aandoening heeft

Smartphones maken het mogelijk om continu je gezondheid te monitoren. Denk aan hartslag, zuurstofverzadiging en bloeddruk. Een bloedonderzoek is echter nog steeds nodig om cruciale gezondheidsinformatie te krijgen. Maar dit geeft slechts een momentopname van iemands gezondheid, geen constante monitoring. Dus wendde Emma Moonen zich hiervoor tot een andere lichaamsvloeistof: zweet.

Ze ontwikkelde een innovatief apparaat dat minuscule hoeveelheden zweet van een vingertop of arm analyseert. Met dat apparaat kunnen we in de toekomst checken of iemand ziek is of een aandoening heeft. Moonen verdedigde vorige week donderdag succesvol (cum laude) haar proefschrift over zweetmonitoring met een microstroming-apparaat bij de faculteit Mechanical Engineering van de Technische Universiteit Eindhoven. Haar onderzoek was onderdeel van het Sentinel-project, een ander deel van het onderzoek vond plaats in het Catharina Ziekenhuis, door promovenda Sophie Adelaars.

Het afnemen van een bloedmonster kan op zijn zachtst gezegd een traumatisch proces zijn. Sommige mensen zijn bang voor naalden, anderen zijn bang om bloed te zien en weer anderen zijn bang om flauw te vallen. “Ik heb een kleine naaldenfobie en houd niet van het idee om bloed af te nemen met een naald. Dus ik ga liever ook niet naar een ziekenhuis voor bloedafname”, zegt Moonen op de website van de universiteit. Het afnemen van bloed is vaak noodzakelijk, vooral wanneer medici precieze informatie over het lichaam nodig hebben. Deze informatie achterhalen ze met zogenaamde biomarker-moleculen die gekoppeld zijn aan normale processen in het lichaam, maar die ook kunnen wijzen op een aandoening of ziekte.

Emma Moonen

Het klinkt misschien raar om dit te zeggen, maar zweet is een waardevolle vloeistof.

Van foto naar film

“Het afnemen van bloed is invasief – er is geen ontkomen aan de naald”, zegt Moonen. “Daarnaast kost het medisch personeel tijd om het bloedmonster af te nemen, terwijl de patiënten naar een specifieke locatie moeten reizen, wat soms ook niet ideaal voor hen is. Ook levert het nemen van een bloedmonster een momentopname op van de concentratie biomarkers in het bloed. Het is als een foto van de biomarkers in het bloed op één moment in de tijd in plaats van een film, die laat zien hoe de concentratie van biomarkers in de tijd verandert.”

Idealiter willen zowel zorgverleners als patiënten biomarkers monitoren op een niet-invasieve, continue en moeiteloze manier. Om dit doel te bereiken, richtte Moonen zich voor haar promotieonderzoek dus op een andere lichaamsvloeistof: zweet. “Het klinkt misschien raar om dit te zeggen, maar zweet is een waardevolle vloeistof”, zegt Moonen. “Het zit vol biomarkers en is zonder te prikken te verzamelen van iemands huidoppervlak. Het is perfect voor continue monitoring.”

Dit klinkt allemaal te mooi om waar te zijn. Maar tot nu toe is zweet in klinische omgevingen nog erg weinig benut als vloeistof voor gezondheidsmonitoring. Wat is zweet eigenlijk? Zweet komt uit zweetklieren in de huid. Het menselijk lichaam heeft tussen de 1,6 en 5 miljoen zweetklieren. Zweet bestaat voornamelijk uit water, maar bevat ook verschillende andere bestanddelen zoals elektrolyten (natrium en kalium bijvoorbeeld), kleine hoeveelheden metalen (zoals zink en koper), maar ook glucose, ureum (een biomarker voor nierfalen) en cortisol (een biomarker voor stress).

“Natuurlijk weten de meeste mensen dat het lichaam zweet produceert wanneer ze sporten. Dat is allemaal onderdeel van het werk dat het lichaam doet af te koelen,” zegt Moonen. “Maar het lichaam produceert ook kleine hoeveelheden zweet als iemand in rust is. En het zijn deze kleine hoeveelheden zweet die ik wilde verzamelen en efficiënt en nauwkeurig analyseren.”

Uitdagingen op de nanoliter

Tot nu toe zijn draagbare microstroming-apparaten gebruikt om zweet op te vangen van mensen die sporten of langdurig aan hoge temperaturen worden blootgesteld. “Een microstroming-apparaatje, gemaakt van bijvoorbeeld glas of plastic, bevat hele kleine kanaaltjes die minuscule hoeveelheden vloeistoffen kunnen transporteren, zoals water of – in het geval van mijn onderzoek – zweet,” zegt Moonen.

Maar hoe minuscuul worden de vloeistofhoeveelheden? “In rust produceert een zweetklier 0,1 tot 1 nanoliter (nL) zweet per minuut,” zegt Moonen. Om dat in perspectief te zetten: als een klier 1 nL per minuut zou produceren, zou het bijna 2 jaar duren voordat die ene zweetklier een literfles met zweet heeft gevuld. Gelukkig is het bij de huidige microstroming-apparaten voor zweetmonitoring niet de bedoeling om een literfles met zweet te vullen. “Hoewel de benodigde hoeveelheid zweet veel kleiner is dan een liter, kan het nog steeds uren, zo niet dagen, duren om de huidige microstroming-apparaten te vullen met de lage snelheid van 0,1 tot 1 nL per minuut per klier.”

Het microstroming-apparaat dat zweet verzamelt. Foto: Emma Moonen

Om de nanoliteruitdaging te overwinnen, ontwikkelden Moonen en haar medewerkers een gediscretiseerde microstroming-benadering. Hiermee kunnen ze kleine hoeveelheden zweet opvangen en zo bijna-continue en niet-invasieve gezondheidsmonitoring mogelijk maken. “In plaats van het zweet opvangen in één grote kamer, zoals bij een normaal microstroming-apparaat, bevat ons apparaat meerdere kleinere kamers. Deze kamers worden bovenop de huid geplaatst en kunnen elk gevuld worden met een paar nanoliter zweet. Als sommige kamers gevuld zijn, komt er zweet uit de kamers in het apparaat dankzij de druk van de klier.”

Ik hoop dat mijn onderzoek zo snel mogelijk impact heeft op de klinische praktijk. Want dan hoef ik me in de toekomst minder zorgen te maken over naalden en bloedafname.

Eerste tests met kunsthuid

Nadat het zweet is aangekomen, breekt de technologie van Moonen het verzamelde zweet op in kleinere druppeltjes, die vervolgens verder worden getransporteerd met electrowetting-on-dielectrics (EWOD). “Dit verandert de bevochtigingseigenschappen van een oppervlak met een elektrisch veld. Hierdoor kunnen de zweetdruppels op een gecontroleerde manier naar het midden van het apparaat worden verplaatst, waar de sensoren zich bevinden.”

Ze vervolgt: “We hebben een 3D-geprinte vingerclip ontworpen om het apparaat aan de vingertop vast te klemmen. Het apparaat kan ook op de huid worden bevestigd met medische tape. Dit maakt het mogelijk om het apparaat aan verschillende delen van het lichaam te bevestigen, zoals een vinger of arm, om op verschillende plaatsen op het lichaam metingen te doen,” zegt Moonen.

Het microstroming-apparaat is ook aan de arm te bevestigen met medische tape. Foto: Emma Moonen

Om de efficiëntie van het apparaat te testen, voerde Moonen een reeks tests uit. De eerste tests werden uitgevoerd met een kunsthuid. “De kunsthuid is een huidlaag gemaakt van siliconenmateriaal dat behandeld is om de fysieke kenmerken van de menselijke huid na te bootsen. In de kunsthuid zijn ook nepzweetporiën geplaatst. De hele kunstmatige huid heeft dezelfde zweetklierdichtheid als een gezond persoon en kan dezelfde lage zweetfrequentie leveren als een persoon in rust.”

Na het testen van haar microstroming-apparaat op kunstmatige huid, testten Moonen en haar collega’s vervolgens hoe goed het microstroming-apparaat zweet verzamelt van de huid van verschillende menselijke proefpersonen als een proof-of-principle evaluatie van het apparaat. “We ontwikkelden hiermee een nauwkeurige manier om de minuscule hoeveelheden zweet te analyseren die iemand in rust produceert. Als de techniek verder wordt ontwikkeld, kan dit een enorme impact hebben op het monitoren van de gezondheid van patiënten in ziekenhuizen.”

Voor Moonen is het vooruitzicht van het testen van zweet in plaats van bloed in ziekenhuizen nogal aantrekkelijk, vooral gezien haar ‘liefde’ voor naalden en het afnemen van bloed. “Ik hoop dat mijn onderzoek zo snel mogelijk impact heeft op de klinische praktijk. Want dan hoef ik me in de toekomst minder zorgen te maken over naalden en bloedafname!”

Emma Moonens proefschrift is hier terug te lezen: Discretised microfluidics for noninvasive health monitoring.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden