‘Onderzoek doen is zoveel meer dan harde data en promoveren’

Marijn van den Houten deed jarenlang onderzoek naar de behandeling van etalagebenen. Begin juni promoveerde hij aan de Universiteit van Maastricht. Onder de vleugels van hoogleraar prof. dr. Joep Teijink zette hij zijn eerste stapjes op het gebied van onderzoek en werd zijn interesse voor zijn specialisatie chirurgie gewekt. “Onderzoek doen is meer dan harde data en promoveren. Het heeft me ontzettend veel gebracht en ik heb vriendschappen voor het leven gesloten”, aldus Van den Houten

Marijn van den Houten samen met zijn promotor prof. dr. Joep Teijink. (foto: Latulaconga Productions | Johan Latupeirissa)

Het begon vijf jaar geleden allemaal met een algemene mail dat hij naast zijn co-schappen onderzoek wilde doen. Hij kwam terecht bij chirurgie waar hij zich aansloot bij het onderzoek naar de behandeling van etalagebenen. “Wat me opviel, was de enorme vrijheid die ik kreeg om onderzoek te doen. Vanaf het eerste moment kreeg ik ontzettend veel kansen, bezocht congressen en mocht er zelfs spreken. De groep onderzoekers binnen chirurgie is hecht en heeft wat voor elkaar over”, aldus Van den Houten.

Baanbrekende resultaten

Hij benadrukt hoe bijzonder het onderzoek klimaat binnen het Catharina Ziekenhuis is als niet-academisch ziekenhuis. Want, zo legt hij uit, de niet-academische ziekenhuizen zijn altijd gezien als een plek waar behandeld wordt, niet waar onderwijs en onderzoek vandaan komen. Van den Houten: “De onderzoekkracht van het Catharina Ziekenhuis is omvangrijk en levert geregeld mooie resultaten op. Vroeger werd onderzoek vooral gedaan in de academische ziekenhuizen. Met ruim 30 promovendi van diverse disciplines, diverse baanbrekende resultaten, 15 hoogleraren en buren als de TU/e en Philips heeft het Cathrien altijd de drive gehad om door middel van onderzoek de zorg voor haar patiënten continu te verbeteren. Heel bijzonder om daar onderdeel van te mogen zijn.”

Gespecialiseerde fysiotherapie

Van den Houten deed onderzoek naar de behandeling van etalagebenen. Etalagebenen ontstaat door verkalking van de slagaders in de benen. Hierdoor krijgen mensen te weinig zuurstofrijk bloed in de beenspieren, wat leidt tot pijn bij het lopen. Alleen met rust verdwijnt de pijn. Patiënten doen vaak of ze in etalages kijken om de pijn te verhullen. Vandaar de term etalagebenen. De wetenschappelijke naam is claudicatio intermittens.

Kostenbesparing

Etalagebenen worden in Nederland standaard niet geopereerd. Patiënten krijgen eerst zes maanden gespecialiseerde fysiotherapie. Deze zogenoemde stepped care aanpak in Nederland wordt goed opgevolgd en kan in de meerderheid van de gevallen een operatie voorkomen. “Ik heb in mijn onderzoek gekeken naar het kostenaspect. Door patiënten niet te opereren maar gespecialiseerde fysiotherapie te geven, kan dit een besparing van 33 miljoen euro per jaar opleveren”, legt Marijn uit, “in Nederland worden meer dan 90 procent van de patiënten naar een bij Chronisch ZorgNet aangesloten oefen-/fysiotherapeut gestuurd. In het buitenland worden patiënten met etalagebenen nog altijd onnodig geopereerd, met alle mogelijke risico’s op complicaties. Gelukkig hebben we in Nederland grote stappen gemaakt, maar mondiaal is er nog een hele wereld te winnen!”

Altijd effectief

In het tweede deel van zijn onderzoek, keek hij of deze looptherapie bij een vernauwing van de bekkenslagaders net zo effectief is als bij vernauwingen van beenslagaders. Hij verzamelde gegevens van 267 patiënten uit tien verschillende ziekenhuizen. Na een half jaar bleek de toegenomen loopafstand voor beide groepen gelijk. “Ongeacht de locatie van de vaatvernauwing is looptherapie dus altijd effectief”, benadrukt Van den Houten. Met zijn promotie op zak, stort Van den Houten zich nu volledig op zijn opleiding tot chirurg. “De focus ligt nu daar maar bij het onderzoek blijf altijd betrokken”, benadrukt hij.

Marijn van den Houten verdedigde op 1 juni zijn proefschrift ‘Measures and Determinants of Outcome in Conservative Intermittent Claudication Treatment’ aan de Universiteit Maastricht. Vaatchirurg prof. Joep Teijink van het Catharina Ziekenhuis is zijn promotor. Copromotor vaatchirurg dr. Marc Scheltinga van het Maxima MC (MMC).


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden