Epilepsie

Epilepsie is een ziekte van de hersenen. Het komt door een onverwachte, tijdelijke elektrische storing; een soort kortsluiting in de hersenen. Hierdoor krijgen patiënten aanvallen die bij iedereen weer anders zijn. Dit hangt af van de plaats in de hersenen waar de elektrische storing is.

Symptomen

Epilepsie ziet er bij iedere patiënt anders uit. Zo raakt de één bewusteloos, valt en gaat schokken met armen en benen. Andere patiënten krijgen een vreemd gevoel in hun maagstreek, gaan steeds dingen oppakken of geluiden maken. Sommige patiënten hebben last van een tintelend gevoel, horen vreemde geluiden en reageren even niet op hun omgeving. En soms staren patiënten alleen even voor zich uit en verliezen ze kort hun bewustzijn.

Na een epileptische aanval kan de patiënt korte tijd in de war zijn of klagen over vermoeidheid, hoofdpijn en spierpijn. Patiënten kunnen dan soms ook even hun arm en/of been minder goed bewegen.

Wat is de oorzaak?

Epilepsie wordt vaak door een combinatie van factoren veroorzaakt. Aanleg, een hersenziekte of hersenbeschadiging zijn veelvoorkomende oorzaken van epilepsie worden veroorzaakt.

Bij een hersenziekte of hersenbeschadiging kunt u bijvoorbeeld denken aan:

  • een ontsteking of ziekte tijdens de zwangerschap
  • te weinig zuurstof tijdens de geboorte
  • een hersenvliesontsteking of hersenbeschadiging na een ongeluk
  • een herseninfarct, hersenbloeding of hersentumor

Maar de meeste mensen die bijvoorbeeld een herseninfarct hebben gehad, krijgen geen epilepsie. Er komt ook altijd een bepaalde aanleg bij. Leeftijd speelt bij sommige vormen van epilepsie ook een rol. De aanvallen komen dan in een bepaalde periode van iemands leven voor, maar verdwijnen als de patiënt ouder wordt.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Om de diagnose epilepsie te kunnen stellen, moet de arts alle details van een aanval weten. Een video-opname kan daarbij helpen. Daarnaast doet de arts soms extra onderzoek om te kijken of de diagnose klopt. Met een hersenfilmpje (elektro-encefalogram, afgekort EEG) meten we de elektrische activiteit van de hersenen. Bij mensen die epilepsie hebben, kan dit EEG normaal zijn als ze geen aanvallen hebben. Er kan ook een MRI-scan van het hoofd worden gemaakt. Maar vaak zijn de resultaten van de extra onderzoeken normaal. De beschrijving van de aanvallen is dus het belangrijkste voor de arts.

Welke behandeling is mogelijk?

Meestal krijgen patiënten met epilepsie medicijnen. Die noemen we ook wel anti-epileptica. Bij ongeveer 70% van de mensen helpt dit om de aanvallen te voorkomen. Bij de andere 30% helpen deze medicijnen niet genoeg. Dit noemen we farmacotherapieresistente epilepsie. Bij sommige patiënten met deze vorm van epilepsie kan een operatie helpen. Het plekje in de hersenen dat voor de aanvallen zorgt, wordt dan weggehaald. Dat kan alleen als de aanvallen uit een gebied in de hersenen komen dat verder voor die persoon niet belangrijk is. Andere mogelijke behandelingen voor patiënten bij wie medicijnen niet helpen zijn een ketogeen dieet of een behandeling via een geïmplanteerde stimulator (een nervus vagus stimulatie).

Als een epileptische aanval niet vanzelf binnen 2 minuten stopt, kan de patiënt via een neusspray midazolam krijgen. 


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden