Klaplong

Bij een klaplong (pneumothorax) stroomt er lucht in de pleuraholte. Hierdoor klapt de long samen en ontplooit zich niet meer. De lucht die in de pleuraholte stroomt kan afkomstig zijn uit de long (gesloten pneumothorax) of komt van buiten het lichaam (open pneumothorax).

De longen zijn omgeven door de zogeheten pleurabladen. Dit zijn 2 dunne, flexibele vliezen. Eén vlies bekleedt de longen, het andere de binnenkant van de borstkaswand. De ruimte tussen deze 2 vliezen heet de pleuraholte. Deze is luchtdicht (vacuüm) afgesloten. In deze pleuraholte bevindt zich een kleine hoeveelheid vocht die de vliezen glad maakt, zodat deze bij elke ademhaling soepel langs elkaar heen glijden.

Symptomen

De symptomen bij een klaplong lopen uiteen van matige kortademigheid en pijn, tot ernstige kortademigheid en pijn in de borst. Dit hangt af van de hoeveelheid lucht die de pleuraholte binnenstroomt en in welke mate de long inklapt. Het is ook mogelijk dat u pijn in de nek, schouder of buik voelt en soms is sprake van een droge hoest.

Behandeling

De behandeling hangt af van de mate waarin de long is ingeklapt. Een kleine klaplong behandelen we meestal niet. Normaal gesproken neemt het lichaam de lucht uit de pleuraholte in een paar dagen op. Soms beslist de arts op de eerste hulp dat een ziekenhuisopname nodig is omdat er een kans bestaat op het ontstaan van een grote klaplong. Bij een grote klaplong wordt de lucht verwijderd door, onder plaatselijke verdoving, een drain (buisje) in de pleuraholte in te brengen.

Operatie

Als na verloop van tijd blijkt dat de klaplong niet uit zichzelf geneest, kan er een operatie plaatsvinden. Een thoraxchirurg voert deze zogeheten pleurarubbing uit. Het buitenste pleuravlies wordt opgewreven met als doel dat de beide vliezen weer aan elkaar gaan kleven.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden