Netvliesloslating

Een netvliesloslating (ablatio retinae) komt jaarlijks ongeveer bij 1 op de 10.000 mensen voor. Het kan op elke leeftijd optreden, maar bij ouderen is het risico groter.

Ook bijzienden, mensen die geopereerd zijn aan staar en mensen met netvliesloslating in de familie lopen meer risico. Soms is een ongeval, bijvoorbeeld een klap of een bal op het oog, de aanleiding. Wanneer een netvliesloslating niet wordt behandeld kan het leiden tot slecht zien of blindheid. Er zijn verschillende operatieve behandelingen mogelijk.

Behandeling

Afhankelijk van uw situatie kiest de oogarts voor één van de volgende operaties:

  • glasvocht verwijderen (vitrectomie)
  • bandje aanbrengen rond het oog (cerclage met plombe)

Vitrectomie

Soms is het nodig om het glasvocht weg te halen. Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam) is een gelei die het grootste deel van het oog opvult. Het bevindt zich achter de ooglens. Dit glasvocht kan vastzitten aan het netvlies en dit daardoor verder lostrekken van de onderliggende lagen.

Een operatie waarbij we het glasvocht weghalen, noemen we een vitrectomie. Meestal is het nodig om het glasvocht te vervangen door lucht, gas of olie. Deze stoffen drukken het netvlies stevig op zijn plaats.

Cerclage met plombe

  • Het netvlies wordt met een koude applicatie (cryocoagulatie) behandeld om een goede verkleving van het netvlies met de onderlaag tot stand te brengen.
  • We brengen een bandje (cerclage) rond het oog aan. Soms maakt de arts een gaatje (punctie) in de oogbol om vocht te laten aflopen.
  • Hierna drukken we het gaatje dichtmet een ‘sponsje’ (plombe) van siliconenmateriaal.

Deze operatie moet snel plaatsvinden om functieverlies van het netvlies te beperken.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden