Stijfheid van de grote teen (hallux rigidus)

Een hallux rigidus is een verstijfde grote teen, die vaak ook pijn doet. Meestal is er sprake van artrose (slijtage). Het basisgewricht van de grote teen wordt hierbij steeds stijver en bij bewegen pijnlijker. Vooral het afwikkelen (afrollen) van de voet tijdens het lopen is dan een probleem. Bovendien groeien er knobbels die rondom het hele gewricht kunnen zitten, maar die vooral pijnlijk tegen de schoen kunnen drukken.

Oorzaken

Hallux rigidus is een vorm van gewrichtsslijtage. De oorzaken hiervan zijn divers. Aanleg speelt een rol, net als de voetvorm. Daarnaast kunnen belasting en ouderdom oorzaak zijn, net als het hebben doorgemaakt van een (chronische) ontsteking (jicht, reuma) of infectie in de grote teen. Tenslotte kan ook een eerdere beschadiging van het kraakbeen een hallux rigidus tot gevolg hebben (posttraumatische artrose).

Symptomen

Pijn, stijfheid, knobbels en moeite met afwikkelen (afrollen) van de voet tijdens het lopen.

Diagnostiek

Voor het stellen van een diagnose bekijken we de stand en beweeglijkheid van de grote teen, de voet en de enkel. Verder maken we röntgenfoto’s van de voet. Meestal geeft dit voldoende informatie om de juiste behandeling te kunnen bepalen.

Behandeling

Niet-operatieve behandeling

Een aanpassing van zool en/of schoen kan de klachten van hallux rigidus mogelijk ondervangen. We kunnen dan extra ruimte voor de knobbels maken. Daarnaast kan het gewricht van de grote teen worden ontlast door een afwikkelvoorziening in de zool of schoen. Soms zorgt een injectie met corticosteroïden in het gewricht voor (tijdelijke) verlichting van de pijn.

Operatieve behandeling

We kunnen twee soorten operaties uitvoeren bij hallux rigidus. Welke operatie de voorkeur heeft, hangt af van de ernst van de aandoening. Als er nog kraakbeen is en er vooral pijnklachten zijn ter plaatse van de knobbel(s), is het mogelijk de pijnlijke botranden (knobbels) te verwijderen. Dit heet ook wel een “cheilectomie”. Als het gewricht al (bijna) helemaal is versleten, is dit niet meer afdoende. Dan moeten we het gewricht ook vastzetten. Hiervoor verwijderen we het resterende kraakbeen en een beetje van het onderliggende bot aan weerszijden. Daarna schroeven we het gewricht in één stand vast. Dit noemen we een “artrodese”.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden