Bestraling van de borst

Als u borstkanker heeft, kan bestraling een onderdeel zijn van de behandeling. Deze bestralingsbehandeling krijgt u op de afdeling Radiotherapie. Uw medisch specialist (arts) is een radiotherapeut. 

Uitwendige bestraling van de borst

Het eerste gesprek

Voor het gesprek met de radiotherapeut meldt u zich bij de balie van de afdeling Radiotherapie. Bij het eerste gesprek maakt u kennis met uw radiotherapeut.

Uw radiotherapeut bespreekt met u:

  • de behandelmogelijkheden
  • het doel van de bestraling
  • het aantal bestralingen
  • het verloop van de bestraling
  • mogelijke bijwerkingen

Uw radiotherapeut wil ook tijdens uw behandeling weten hoe het met u gaat. Daarom spreekt u uw radiotherapeut regelmatig.

Na het gesprek krijgt u een voorbereidende CT-scan. Deze is nodig om een bestralingsplan te kunnen maken.

Voorlichtingsfilm Het eerste gesprek

Afspraken

Uw vervolgafspraken kunt u online inzien in MijnCatharina. Om u aan te melden bij de afdeling Radiotherapie heeft u een geldig legitimatiebewijs nodig.

De voorbereidingen op de bestraling

Voordat u kunt beginnen met de bestraling, zijn er een aantal voorbereidingen nodig. Uw radiotherapeut bespreekt deze met u:

  • de bepaling van het gebied met de CT-scan;
  • de ademhaling bij bestraling van de linkerborst(wand);
  • het bestralingsplan.

Het uitvoeren en controleren van de voorbereidingen en berekeningen kost tijd. Hierdoor begint de bestraling enkele dagen tot een week na het maken van de CT-scan.

Tijdens de voorbereidingen doet u uw schoenen, uw bovenkleding en bh uit. U kunt slippers of pantoffels meenemen als u niet op sokken wilt lopen.

De CT-scan

We maken een CT-scan van het te bestralen gebied. De beelden van de CT-scan gebruiken we om een bestralingsplan te maken.

Breath hold (vasthouden adem) techniek

Bij bestraling op de linkerborst(wand) of op de lymfeklieren bij het borstbeen gebruiken we een techniek waarbij u de adem vasthoudt. Dit noemen we de breath hold techniek.

Het doel van deze techniek is om uw hart niet onnodig te bestralen. Tijdens de CT-scan en het bestralen houdt u uw adem vast. Als u uw adem inhoudt, zit er meer lucht in uw longen en wordt de afstand tussen uw borstwand en hart groter. Hierdoor krijgt uw hart minder straling.

De laboranten op de CT-scan oefenen dat met u. De laborant vraagt u om in te ademen, uit te ademen, weer in te ademen en de adem vast te houden. U houdt uw adem vast gedurende maximaal dertig seconden. De laborant zegt wanneer u weer door kunt ademen. Tijdens de CT-scan spreekt de laborant tegen u door de intercom.

Wij vragen u de ademhalingsopdrachten thuis een aantal keren te oefenen voordat u met de bestraling begint.

U komt voor het maken van de scan op een tafel te liggen. Tijdens de CT-scan en de bestraling moet u stil liggen. We zorgen ervoor dat u zo ontspannen mogelijk ligt.

De CT-scan duurt ongeveer 20 minuten. Na de CT-scan kunt u naar huis.

Voorlichtingsfilm CT-scan

Het bestralingsplan

De radiotherapeut, klinisch fysicus en laborant maken een bestralingsplan met de computer. Hiervoor gebruiken we de beelden van de CT-scan en eventueel de MRI-scan. In een bestralingsplan staat precies hoeveel bestralingsdosis er in het bestralingsgebied komt en hoe de straling verdeeld is in dit gebied. Het bestralingsplan gebruiken we elke dag waarop bestraling plaatsvindt.

Voorlichtingsfilm Het bestralingsplan

De bestraling

Als we u gaan bestralen, gebeurt er het volgende:

  • U gaat op de behandeltafel liggen.
  • De laboranten zorgen ervoor dat u precies hetzelfde ligt als op de CT-scan. Zij stellen nauwkeurig in en gebruiken hiervoor de gegevens van het bestralingsplan.
  • Daarna bent u alleen in de ruimte. We vragen u om stil te blijven liggen. De laboranten kunnen u zien en horen.
  • We maken een scan om uw houding te controleren.
  • Daarna draaien we het toestel om u heen en beginnen we met de bestraling. U hoort dan alleen het geluid van het toestel. Verder merkt u niets van de bestraling. We kunnen de bestraling onderbreken (bijvoorbeeld bij een hoestbui).
  • Is de bestraling klaar? Dan stopt het toestel automatisch.
  • Alles bij elkaar duurt de behandeling per keer tussen de 10 en 25 minuten.

Door de bestraling wordt u niet radioactief. Op het moment dat het toestel stopt, is de straling verdwenen. Er is geen straling meer voor u en uw omgeving.

Voorlichtingsfilm De bestraling

Bijwerkingen

Door de radiotherapie kunnen bijwerkingen optreden, zowel tijdens de behandeling als daarna. Deze zijn onder andere afhankelijk van het bestralingsgebied en de hoogte van de bestralingsdosis. De bijwerkingen treden meestal niet direct op en kunnen per persoon verschillend zijn. Het is mogelijk dat u helemaal geen of slechts zeer weinig klachten krijgt.


© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden