Operatie bij hamer- of klauwtenen

Hamer- en klauwtenen zijn afwijkingen in de gewrichtsstand van één of meer tenen, die pijn kunnen veroorzaken. Ook kan plaatselijk teveel eelt ontstaan, waardoor het dragen van dichte en/of smalle schoenen met een hak pijn kan doen. Hamer- en klauwtenen zijn te herstellen door een operatie.

Als de hamerteen nog niet verstijfd is, kan de orthopeed de peesjes verleggen. De buigpeesjes, die de teen krom trekken, worden dan eerst gespleten. De helft ervan wordt vervolgens omgelegd en vastgemaakt aan de strekpees. Hierdoor wordt de strekpees sterker gemaakt en de buigpezen zwakker, waardoor de teen niet meer krom zal trekken.

Meestal is de hamerteen echter wèl al verstijfd (rigide). In dat geval is het probleem niet meer op te lossen door een peesomlegging. Dan moet het eerste kootje van de teen worden ingekort om de teen weer recht te kunnen krijgen. De teen wordt hierdoor iets korter, maar meestal niet korter dan de teen in gebogen toestand al was. Om de teen tijdens de genezing recht te houden, wordt vaak een metalen pinnetje in de teen geboord. Deze steekt uit aan de top van de teen en moet vier tot zes weken blijven zitten.

Bij een klauwteenoperatie gebeurt hetzelfde als zojuist bij de rigide hamerteen is uitgelegd. Aanvullend worden echter ook de strekpees verlengd en het kapsel rond het kopje van het middenvoetsbeentje vrijgemaakt.

Al deze operaties kunnen onder plaatselijke verdoving worden verricht, al is dat bij de klauwteencorrectie wel iets lastiger. Narcose of een ruggenprik zijn uiteraard ook mogelijk. Na de operatie komt er een drukverband om de voet.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden