Bloedverdunners en fysieke beperkingen verleden tijd door doorsnijden van klein spiertje

Het leven van de 51-jarige Rob Jan Vermeulen bestaat al 25 jaar uit het dagelijks uit een strip halen van een bloedverdunnerspil. Dat verandert als hij vorig jaar bij het TOS-expertisecentrum van het Catharina Ziekenhuis terecht komt. “Op 27-jarige leeftijd belandde ik van de een op de andere dag in het ziekenhuis met een trombose-arm aan de rechterkant. Vijf jaar later, op Oudejaarsdag, kreeg ik klachten aan mijn linkerarm. Ondanks dat ze zagen dat er iets bekneld zat, is er destijds niet doorgepakt, ik werd naar huis gestuurd met pillen”, legt Vermeulen uit.

Het doorsnijden van een klein spiertje veranderde het leven van Rob Jan Vermeulen.

En die pillen moest hij de rest van zijn leven slikken. “Die boodschap heeft eigenlijk nooit helemaal goed gevoeld. Vooral omdat de beknelling nooit is opgelost. Het werd onder het rijtje ‘vage klachten’ geschoven en opgelost met bloedverdunners. En dat heeft jaren aan me geknaagd; het voelde echt heel onbevredigend. Het heeft ervoor gezorgd dat ik enerzijds jarenlang onnodig medicijnen heb geslikt en tegelijkertijd ook nog eens een verhoogde risicopremie voor de levensverzekering heb betaald. Achteraf blijkt onnodig.”

Tintelend gevoel

Vermeulen had altijd het gevoel dat de trombose werd veroorzaakt door iets lichamelijks. Ik behoorde niet tot een risicogroep. Ik was jong, niet te dik, sportte veel en rookte niet. Maar elke keer als ik bijvoorbeeld mijn heg in de tuin wilde snoeien, had ik het gevoel alsof er ergens iets bekneld zat in mijn arm. En dat gevoel ontstond als ik mijn armen naar achteren bewoog of boven mijn macht aan het werk was. Ook tijdens het fitnessen, kon ik bepaalde oefeningen gewoonweg niet doen. Ik kreeg een soort tintelend gevoel in mijn armen.”

Voorgevoel bleek te kloppen

Zijn jarenlange voorgevoel bleek te kloppen. “Mijn huisarts tipte me om eens een afspraak te maken in het TOS expertisecentrum van het Catharina Ziekenhuis. Zo kwam ik bij professor Joep Teijink uit. Een echo onderzoek gaf geen duidelijkheid maar na de flebografie, vielen alle puzzelstukjes op zijn plek. Tijdens zo’n onderzoek wordt met contrastvloeistof gekeken naar de bloedvaten en de doorstroming ervan. Toen werd alles zichtbaar”, aldus Vermeulen, “en kwam de beknelling aan het licht.”

Klein spiertje

Rob Jan had het Thoracic Outlet Syndroom (TOS). Een aandoening die wordt veroorzaakt door anatomische, lichamelijke, structuren. “De flebografie toonde aan dat een klein spiertje mijn bloedvat afknelde. En dat gebeurde vooral als ik mijn armen naar achteren bewoog. Er was eindelijk een oorzaak voor de tintelingen en het rare gevoel wat ik al die tijd in mijn armen heb gevoeld; alles viel op zijn plek. Daar kwam bij: als dat bloedvat maar vaak genoeg wordt afgekneld, dan ontstaan er vanzelf stolsels.”

Dankbaar

Samen met Teijink wordt besloten het kleine spiertje, wat alle problemen veroorzaakt, door te snijden. “Dat heeft heel mijn leven veranderd. Ik slik geen bloedverdunners meer. Daar ben ik Teijink het meest dankbaar voor. Want die bloedverdunners gaven verschillende bijwerkingen zoals bloedneuzen. En daarnaast kan ik weer een plafond schilderen en mijn heg in de tuin snoeien. Kortom: mijn fysieke beperkingen zijn verleden tijd”, benadrukt hij.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden