‘Kraamkamer van baanbrekend onderzoek’

In een speciaal daarvoor ingerichte ruimte in ons ziekenhuis, werken meer dan dertig onderzoekers aan hun promotie op uiteenlopende medische gebieden. ” Wat wij hier hebben, is uniek voor een niet-academisch ziekenhuis”, aldus dr. Pim Burger, hij leidt het onderzoeksteam darmkanker van het ziekenhuis. 

Computerschermen, jonge mensen erachter, vergaderruimtes en een wand met daarop A4’tjes. Een kantoorruimte, zoals zovelen. Of toch niet? Want waarom loopt er anders een man in een witte jas rond?

De man in de witte jas stelt zich voor als Pim Burger, oncologisch chirurg. Hij leidt het onderzoeksteam darmkanker van het Catharina Ziekenhuis.

Het onderzoekscentrum startte in een noodgebouw van het ziekenhuis, maar groeide al snel uit haar jasje. Inmiddels werken ruim dertig promovendi aan uiteenlopende medische onderzoeken. Sneller betere resultaten Burger is er trots op. „We hebben hier iets moois neergezet. We begonnen klein door een paar onderzoekers, die vanuit verschillende specialismen aan darmkanker werkten, bij elkaar te brengen. Steeds meer onderzoeksgroepen sloten zich aan en nu zitten zij hier met dertig bij elkaar. Ik verwacht dat de samenwerking tussen de onderzoekers en de kruisbestuivingen die ontstaan mooie resultaten gaan opleveren. Ze helpen elkaar vooruit; hoe dien je een wetenschappelijk onderzoek in bij KWF Kankerbestrijding of ZonMw? Hoe doe je een medisch-ethische commissie-aanvraag? Hoe gebruik je bepaalde onderzoek software? Dat ze elkaar op die manier vooruit helpen, is goed voor het teamgevoel, maar bovendien boeken we sneller betere resultaten.”

Unieke en onmisbare complexe zorg

Het Catharina Ziekenhuis is een niet-academisch ziekenhuis, en krijgt dus geen geld van de overheid voor onderzoek. Het ziekenhuis moet elke keer weer opnieuw onderzoeksbeurzen  aanvragen. Maar het krijgt de beurzen wel; van ZonMw, KWF en bijvoorbeeld de MLD Stichting. Ook heeft het ziekenhuis het Catharina Onderzoeksfonds opgericht.

De zorg voor mensen met complexe aandoeningen én wetenschappelijk onderzoek zijn onmisbaar voor de Nederlandse gezondheidszorg. Omdat die zorg duurder is, ontvangen academische ziekenhuizen een financiële bijdrage van de overheid. Maar aangezien ook niet-academische ziekenhuizen, zoals het Catharina Ziekenhuis, unieke en onmisbare complexe zorg aanbieden, heeft de overheid hier twee jaar geleden een eenmalige subsidie voor in het leven geroepen. Het Catharina Ziekenhuis ontving twee keer drie miljoen euro van ZonMw voor complexe zorg
rondom darmkanker en hart- en vaatziekten.

Koploper blijven

Het hart- en vaatcentrum wil met de drie miljoen euro subsidie koploper blijven bij de ontwikkeling en implementatie van medische innovaties. De subsidie wordt ingezet om onderzoek te doen naar technologische innovaties en kunstmatige intelligentie. Met name op het gebied van preventie, verbeterde uitkomsten en kostenbeheersing bij drie veelvoorkomende hartaandoeningen: verstopte kransslagaderen, vernauwde hartklep en boezemfibrilleren.

Vier grote internationale onderzoeken

Het behandelteam ‘complexe darmkanker’ heeft met de drie miljoen vier grote internationale onderzoeken opgestart, die de zorg voor patiënten met darmkanker blijvend gaan veranderen. „Er worden nieuwe behandelingen ingezet om aan de ene kant de kans op genezing te verhogen en aan de andere kant zo veel mogelijk ingrijpende operaties te voorkomen. Doel is om patiënten een betere prognose en een betere kwaliteit van leven te geven. Dat is in een notendop waar zijn onderzoeksteam mee bezig is”, vertelt Burger. Dat de onderzoekers hier niet alleen chirurgen zijn, zoals ik, maar ook internisten, radiologen en radiotherapeuten, dat maakt ons zoveel sterker. Vanuit verschillende specialismen werken we aan hetzelfde doel. Dat willen we nooit meer anders.

Arts-onderzoeker Radiotherapie Floor Piqeur (26) doet samen met drie collega’s onderzoek naar darmkanker. „Omdat we allemaal met hetzelfde onderwerp bezig zijn, krijg je meer diepgang.  Door samen te werken krijg je andere inzichten waar je zelf niet zo bij stilstaat”, legt ze uit. „We geven elkaar directe feedback. Dat kan de manier waarop je naar het probleem kijkt,  veranderen.”

Erkenning

Burger benadrukt nog maar eens hoe bijzonder het is dat het Catharina Ziekenhuis dit onderzoekscentrum heeft als niet-academisch ziekenhuis. Want, zo legt hij uit, de niet-academische ziekenhuizen zijn altijd gezien als een plek waar behandeld wordt, niet waar onderwijs en onderzoek vandaan komen. Burger: „In een academisch ziekenhuis werken mensen die fundamenteel onderzoek doen. Ingewikkeld en belangrijk, maar als je een bepaald medicijn of een nieuwe behandeling wilt testen, dan kom je uit bij ziekenhuizen waar de patiënten daadwerkelijk worden behandeld. Dit noemen we klinisch onderzoek. Veel van dit belangrijke klinische onderzoek komt uit Eindhoven. Dat is in het verleden wel eens onderschat, maar gelukkig is er nu erkenning.

Dat zorgt ervoor dat het voor ons makkelijker wordt om meer grote onderzoeksbeurzen binnen te halen. Zo kunnen we verder met waar we goed in zijn: nieuwe behandelingen onderzoeken die moeten leiden tot meer genezing en betere kwaliteit van leven.”

Arts-onderzoeker Connie Rees (28) heeft dankbaar gebruikgemaakt van de mogelijkheid die zij in Eindhoven kreeg dankzij de ambitie van het Catharina Ziekenhuis. „Het is een stimulerende omgeving”, zegt ze, „ik doe dan toevallig geen oncologisch onderzoek, maar onderzoek doen is in de basis hetzelfde en vanuit die basis kunnen we elkaar helpen.”

Positief effect toevoegen

Rees volgt de opleiding tot gynaecoloog en doet tegelijkertijd onderzoek naar endometriose en de invloed daarvan op de vruchtbaarheid en zwangerschap. Een heel ander vakgebied dan oncologie dus. Toch voelt zij zich thuis in de onderzoeksruimte, tussen collega’s die zich met heel andere onderzoeken bezighouden. „Ik vind het mooi om een positief aspect toe te voegen omdat ik me bezighoud met het creëren van leven.”

Sommige onderzoekers zijn in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) aangesteld. Zo houdt medisch technoloog Ruben Deneer zich bezig met klinische  datawetenschap, statistieken. Hij is aangesloten vanuit het laboratorium van het Catharina Ziekenhuis. In het kort komt het hierop neer: hoe kun je data in het ziekenhuis verzamelen die vervolgens voor verbetering van de zorg kunnen worden gebruikt? Hoewel zijn discipline weer anders is dan die van de meesten van zijn collega-onderzoekers, ervaart hij de samenwerking in het onderzoekscentrum als waardevol. „Je hebt elkaar nodig. Anders lossen wij misschien een probleem op waar zij niet op zitten te wachten. Anderzijds gebruiken zij misschien een methode waarvan wij zeggen: dat klopt niet.”

Het ziekenhuis zoekt de samenwerking binnen de Brainport regio niet alleen met de TU/e. Dit doet ze ook binnen e/MTIC, een krachtenbundeling van onder andere de TU/e en Máxima MC met als doel het versnellen van klinische innovatie.

Liefde en vrije tijd

Beurzen aanvragen, onderzoeken opzetten en onderzoekers begeleiden vraagt een forse tijdsinvestering. Normaal gesproken opereert Burger, nu loopt hij een dag per week rond in het onderzoekscentrum, een kraamkamer van jonge wetenschappers. „Echt iets verbeteren, iets veranderen voor patiënten met darmkanker, dat kan alleen door wetenschappelijk onderzoek”, luidt zijn eenvoudige verklaring. Dat conflicteert weleens met zijn reguliere werkzaamheden, bekent hij. Je collega’s moeten achter je staan en je moet er liefde en vrije tijd in stoppen.”

Wilt u wetenschappelijk onderzoek in het Catharina Ziekenhuis steunen? Kijk dan op www.catharinaonderzoeksfonds.nl

Bron: Frits Magazine/Juli 2022


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden