Steeds vaker focus op orgaansparend behandelen bij endeldarmkanker
Waar voorheen een operatie vrijwel altijd de standaard was bij de behandeling van endeldarmkanker, ligt de focus nu steeds vaker op het behouden van het orgaan. Radiotherapeut An-Sofie Verrijssen van het Catharina Ziekenhuis promoveerde onlangs aan de Universiteit Maastricht op onderzoek naar radiotherapeutische technieken die de kans op orgaansparing kunnen vergroten.
“Bij patiënten die goed reageren op bestraling kunnen we steeds vaker een operatie voorkomen”, zegt Verrijssen. Voor laaggelegen endeldarmkanker, als de tumoren dicht bij de anus liggen, betekent een operatie een blijvend stoma. Als we dat kunnen voorkomen dan kan dat een enorme winst betekenen voor de kwaliteit van leven.”
Van opereren naar observeren
Vroeger werd er altijd geopereerd bij endeldarmkanker. Patiënten met een uitgebreidere tumor kregen eerst een voorbehandeling met bestraling, eventueel in combinatie chemotherapie. Bij een kleine groep patiënten bleek de tumor helemaal weg te zijn op het moment van de operatie. “Dan hoefde je dus niet meer te opereren. Zo is het ’watch-and-wait’ beleid langzaam ontstaan. Hierbij worden patiënten waarbij de tumor is verdwenen na bestraling nauw gevolgd. Dit blijkt veilig en effectief.”
Het onderzoek van Verrijssen laat zien dat er steeds meer belangstelling is voor behandelstrategieën met als doel een operatie te voorkomen. Bijvoorbeeld voor oudere patiënten bij wie de operatierisico’s groot zijn. Een veelbelovende techniek daarbij, die de kans op orgaansparing kan vergroten, is de inwendige bestraling met het Papillon-apparaat. Ook wel contact brachytherapie genoemd.
Bij die behandeling wordt via een kleine buis een hoge dosis straling direct op de tumor toegediend als aanvulling op de eerder gegeven uitwendige bestraling. “Doordat we heel precies bestralen, kunnen we hogere doses geven met minimale schade aan omliggende organen”, legt Verrijssen uit.
“Behandelen met Papillon is effectief, maar het werkt alleen als de tumor laag in de endeldarm zit. Voor hogere tumoren is deze behandeling niet altijd mogelijk. Die kunnen we met het Papillon-apparaat niet bereiken. Dan moeten we toch opereren.”
Kans op herhaling verkleinen met IORT
Een ander onderdeel van het promotieonderzoek omvat de behandeling van meer complexe gevallen van endeldarmkanker en teruggekeerde endeldarmkanker. In deze gevallen is er geen sprake meer van een orgaansparende behandeling en kan radiotherapie tijdens de operatie worden toegepast om de kans op terugkeer te verkleinen. Deze vorm van bestraling heet intraoperatieve radiotherapie (IORT). Daarbij ontvangen patiënten tijdens de operatie een gerichte dosis straling op de plek waar de tumor zat en waar mogelijk nog tumorcellen zijn achtergebleven.
“Voor patiënten met vergevorderde tumoren of terugkeerde tumorcellen kan IORT helpen de kans op lokale terugkeer te verkleinen”, legt Verrijssen uit. Het Catharina Ziekenhuis is toonaangevend voor de behandeling van complexe endeldarmkanker en is een van de weinige centra in Nederland die IORT toe kan passen.
IORT kan worden gegeven door middel van elektronenstraling, of door middel van brachytherapie. In haar onderzoek vergelijkt Verrijssen de beide technieken. De IORT-techniek die in het Catharina Ziekenhuis werd toegepast is daardoor verbeterd. “Nu kunnen we de maximale dosis precies daar toedienen waar mogelijk nog tumorcellen aanwezig zijn.”
Die hogere dosis leidt niet tot meer bijwerkingen. “Het is veilig en levert mogelijk betere langetermijnresultaten op. Maar we hebben nog enkele jaren follow-up nodig om definitieve conclusies te trekken over het daadwerkelijk oncologisch effect.”
Patiëntselectie en gepersonaliseerde therapieën
Verrijssen hoopt dat haar werk niet alleen bijdraagt aan een effectievere en betere behandeling, maar ook aan het beter voldoen aan de wensen van de patiënt. “Voor sommige patiënten is een operatie met stoma de juiste keuze. Voor anderen, zeker voor jongere mensen of mensen met een bepaald beroep, is het belangrijker om het orgaan te behouden. En soms is een operatie gewoon te risicovol. Het is onze taak om de beste optie te onderzoeken én mogelijk te maken.”
Ze benadrukt daarbij het belang van gepersonaliseerde behandelingen: “De uitdaging voor de komende jaren ligt in het verder verbeteren van de patiëntselectie en het integreren van onze bevindingen in landelijke behandelrichtlijnen. Hoe beter we weten welke patiënt de meeste baat heeft bij een bepaalde behandeling, hoe beter de kwaliteit van leven is die we de patiënt kunnen bieden.”
