Behandelwijzer bij kanker (Folder)

Catharina Kanker Instituut
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Behandelwijzer bij kanker (Folder)

U heeft van uw specialist gehoord dat u een behandeling krijgt behandeling krijgt voor uw ziekte. Deze behandeling kan van invloed zijn op uw dagelijks leven. Aangezien u in korte tijd veel informatie krijgt, hebben we informatie voor u gebundeld in deze behandelwijzer. Dit biedt u de mogelijkheid om de informatie thuis rustig door te lezen. Het is een handleiding voor patiënten die een behandeling krijgen tegen kanker of behandeld worden met chemo- of immuuntherapie voor een diagnose die niet met kanker is gerelateerd. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. 

Gedurende uw ziektetraject kunt u te maken krijgen met meerdere hulpverleners. Denk hierbij aan arts(en), verpleegkundige(n), huisarts, medewerker van de thuiszorg, enzovoort. In deze behandelwijzer vindt u terug hoe, maar ook wanneer, u contact kunt opnemen met de diverse hulpverleners. Breng uw hulpverleners (huisarts/wijkverpleging) op de hoogte dat u onder behandeling bent. U kunt hen eventueel deze behandelwijzer laten lezen.

Wat is chemotherapie?

Chemotherapie wordt vooral ingezet voor bestrijding van kanker, maar kan ook ingezet worden bij reuma, psoriasis (huidaandoening) en bepaalde ziekten van het beenmerg.
Chemotherapie wordt ook wel cytostatica genoemd. Dit zijn medicijnen die cellen doden of de celdeling remmen. 

Bij kanker wordt chemotherapie ingezet om verschillende redenen:

  • om een tumor kleiner te maken voor een optimaal succes bij opereren (neo-adjuvant);
  • uit voorzorg na een operatie (adjuvante behandeling);
  • om tumoren te bestrijden (curatief);
  • om tumoren en uitzaaiingen zo mogelijk kleiner te maken, zodat de kanker onder controle blijft en klachten als gevolg van kanker mogelijk verminderen (palliatief).

Nadat de medicijnen bij u zijn toegediend, komen ze in het bloed terecht. Via het bloed worden zij door het hele lichaam verspreid en kunnen zij bijna overal in het lichaam de (kanker)cellen bereiken.
Door de celgroeiremmende eigenschappen van chemotherapie tast het naast kankercellen ook gezonde sneldelende cellen aan. Zoals beenmergcellen en darmcellen. Daardoor kunnen bijwerkingen optreden, u kunt hierover meer lezen in hoofdstuk ‘Bijwerkingen van chemotherapie’.

Meestal krijgt u deze behandeling volgens een vast schema. Dit heet ook wel een cytostaticakuur of chemokuur. U krijgt de medicijnen gedurende één dag of een aantal dagen toegediend. Hierna volgt een rustperiode van een aantal weken waarin in geen behandeling krijgt. Zo’n kuur wordt een aantal keren herhaald.

Er zijn veel verschillende soorten cytostatica.  Welke u krijgt hangt af van de soort kanker. Vaak krijgt u een combinatie van cytostatica voor een zo goed mogelijk resultaat. De gevoeligheid voor bepaalde cytostatica kan tijdens de behandeling veranderen. Daarom kan na enige tijd op andere cytostatica worden overgegaan.

Meer informatie

Vraag uw verpleegkundige voor aanvullende informatie over de werking van chemotherapie. Ook kunt u informatie verkrijgen op de website www.kanker.nl/chemotherapie


Bijwerkingen van chemotherapie

Door het toedienen van de cytostatica kunnen bijwerkingen optreden.
Het is niet altijd voorspelbaar of dit bij u het geval zal zijn. Het optreden van de bijwerkingen en de mate waarin, zegt niets over het effect van de behandeling.
Wij geven u onderstaande informatie zodat u bij eventuele bijwerkingen weet hoe u er het beste mee om kunt gaan.

Verminderde eetlust, misselijkheid en soms braken

Misselijkheid en braken kwamen vroeger veel voor. Tegenwoordig is dit met medicijnen meestal goed te voorkomen. Als u er toch last van heeft, bespreek dit met de verpleegkundige en de arts, zodat u medicijnen kunt krijgen en eventueel aanvullend advies. Forceer het eten niet, probeer tussen de kuren door zo goed mogelijk te eten. Eet op tijdstippen dat u minder misselijk bent.

Eet regelmatig kleine hoeveelheden, liefst 6 tot 8 maal per dag. Een lege maag kan namelijk ook een misselijk gevoel geven. Het is belangrijk dat u tijdens de kuur veel drinkt, omdat er extra afvalstoffen uit het lichaam moeten. Drink dagelijks minimaal 1.5 tot 2 liter vocht (10 -15 kopjes). Te weinig drinken kan een misselijk gevoel vergroten en bijdragen aan een vieze smaak in de mond. De aanblik van een vol bord eten is vaak ontmoedigend. Stem de grootte van de maaltijd af op uw eetlust.
Warme gerechten kunnen tegenstaan, met name gebraden vlees. Soms is de geur daarvan al voldoende om het eten tegen te staan. Een alternatief is bijvoorbeeld een koude maaltijdsalade, ei, vis of kaas. Dit smaakt vaak beter en is net zo gezond. Als het eten niet goed ‘zakt’ kunt u proberen cola of ginger-ale (non-alcoholisch) te drinken. Thee met melk of koffie met melk wordt vaak ook beter verdragen. Als u hebt gebraakt, laat de maag dan weer rustig wennen aan vast voedsel. Neem bijvoorbeeld iets licht-verteerbaars, zoals een biscuitje.

Smaakverandering

Smaakverandering kan leiden tot verminderde eetlust. Als u weinig proeft, of alles anders smaakt, is het extra belangrijk dat het eten er aantrekkelijk uitziet.
Op de website ‘Voeding bij kanker‘ van de Nederlandse Kankerbestrijding KWF vindt u uitgebreide tips en recepten. U kunt ook met uw arts of verpleegkundige bespreken hoe u een advies van een diëtiste kunt krijgen.

Irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies

Goede mondhygiëne is belangrijk bij het voorkomen van problemen met het mondslijmvlies. De mond is een plaats waar bacteriën gemakkelijk het lichaam binnenkomen en een infectie kunnen veroorzaken.

Verzorging eigen gebit

  • Poets 4 x per dag (na de maaltijden en voor u gaat slapen) uw gebit met een zachte tandenborstel en een fluoride tandpasta.
  • Plaats de borstel schuin op de overgang van de tand en tandvlees in een hoek van 45 graden en maak korte horizontale poetsbewegingen.
  • Spoel na het tanden poetsen uw mond met water.
  • Spoel 4 x daags uw mond gedurende 1 minuut met water. (Eventueel zout water; 1 eetlepel keukenzout koken op 1 liter water, afkoelen. Dit water moet u dagelijks verversen).
  • Vet 4 x per dag uw lippen in met cacaoboter of vaseline, dan ontstaan er minder snel kloofjes.

Verzorging gebitsprothese

  • Poets 4 x per dag (na de maaltijd en voordat u gaat slapen) uw gebitsprothese met water zeep en een prothese borstel en spoel deze af met water.
  • Spoel 4 x daags uw mond (na het poetsen van de gebitsprothese) gedurende 1 minuut met water. (Eventueel zout water; 1 eetlepel keukenzout koken op 1 liter water, afkoelen. Dit water moet u dagelijks verversen.)
  • Doe ’s nachts de gebitsprothese uit en bewaar deze droog.
  • Voeg éénmaal per week aan het water waar u de gebitsprothese inlegt een theelepeltje natuurazijn toe. Dit voorkomt tandsteenaanhechting op de prothese. Gebruik geen reinigingstablet, dit is te agressief voor het mondslijmvlies. Ook kunnen tandpasta’s en bruistabletten kleine beschadigingen veroorzaken. Hierdoor wordt het oppervlak ruw en kunnen tandplak, tandsteen en aanslag zich eerder hechten.
  • Meer informatie leest u op Reiniging kunstgebit, implantaten en mondholte | Kennisplein Zorg voor Beter

Algemene tips

  • Neem bij een droge mond een kauwgom.
  • Als er blaasjes of andere zere plekjes in de mond ontstaan, kunt u dit het beste aan een arts of verpleegkundige laten zien. Er kan dan sprake zijn van een schimmelinfectie in de mond die met een drankje of tabletten te verhelpen is.
  • Als u een (controle)bezoek brengt aan uw tandarts, vermeld dan altijd dat u chemotherapie krijgt.
Vermoeidheid/verminderde energie

Het kan zijn dat u tijdens deze behandeling minder energie heeft, sneller vermoeid raakt en emotioneel bent. Houd hier rekening mee in uw dagelijks leven.
Probeer voldoende te rusten. Zorg dat u bijvoorbeeld ‘s middags een uurtje rust (evt. zonder telefoon). Beperk bezoek als dat nodig is. Verdeel de activiteiten die u moet of wilt doen over de dag.

Als hulp wordt aangeboden door familie of vrienden, durf deze dan te accepteren. U heeft dan zelf wat meer tijd en mogelijk meer energie voor dingen die u leuk vindt.
Probeer daarnaast uw conditie op peil te houden door in beweging te blijven. De vermoeidheid gaat namelijk niet over door veel te rusten of passief te worden. Heeft u hierbij hulp nodig, bespreek dit dan met de verpleegkundige of uw huisarts. Zij kunnen u eventueel fysiotherapie in uw omgeving of programma binnen het ziekenhuis voorschrijven.
Kijk voor meer informatie op Vermoeidheid bij kanker.

Dun of (soms volledig) uitvallend haar

Sommige cytostatica veroorzaken haaruitval, niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen en schaamhaar. Haaruitval treedt meestal op in de loop van de kuren, met name in de derde week van de behandeling. De haaruitval is tijdelijk. Soms beginnen de haren al tijdens de behandeling weer te groeien, in andere gevallen pas daarna.

Voor aanvang van de behandeling kan het zinvol zijn om de kans op haaruitval sterk te beperken met behulp van hoofdhuidkoeling. De verpleegkundige zal u hierover informeren met behulp van de folder Hoofdhuidkoeling. Mocht hoofdhuidkoeling geen behandeloptie voor u zijn, wordt er voor het begin van de behandeling met u besproken of een pruik nodig zal zijn en waar u die kunt verkrijgen. U ontvangt dan een machtiging van de verpleegkundig specialist of de secretaresse van de verpleegafdeling. U kunt dan een groot deel van de kosten declareren bij uw verzekering.

U kunt het beste vroegtijdig (dus voor het haar gaat uitvallen) een (vrijblijvende) afspraak bij de kapper maken zodat deze uw eigen haardracht kan zien. Als u wilt, kunt u ook naar uw eigen kapper gaan. Verzorg het haar voorzichtig. Was het  indien mogelijk boven de wastafel. Was het met lauw water, gebruik milde shampoo en een crèmespoeling. Droog het haar voorzichtig. U kunt niet voorkómen dat het haar uitvalt. Het nemen van een permanent of het haar verven is af te raden tijdens de kuur. Veel mensen vinden het prettiger het haar kort te laten knippen voordat het uitvalt. Bij snel uitvallend haar kan de hoofdhuid gevoelig en/of pijnlijk zijn.

In de folder ‘Workshop Look Good, Feel Better’ leest u meer informatie over deze workshop. Patiënten met kanker krijgen in deze workshop tips en adviezen over uiterlijke verzorging. De workshops worden in samenwerking met het Catharina Ziekenhuis, inloophuis ‘de Eik’ in Eindhoven en inloophuis ‘de Cirkel’ in Helmond georganiseerd.

Verandering van het ontlastingspatroon

Cytostatica kan ook het slijmvlies van de darm irriteren. U kunt dan last krijgen van diarree of van verstopping (obstipatie). Ook kunnen ondersteunende medicatie van uw kuur bijwerkingen geven die invloed hebben op uw ontlastingspatroon.

Bij diarree:
Zorg dat u voldoende drinkt, zeker 2 liter vocht per 24 uur. Gebruik per dag dan ook een aantal koppen bouillon en/of tomaten- of groentesoep. Het is beter vaker kleine maaltijden te gebruiken, zonder gasvormers zoals kool, ui en prei. Wees matig met het gebruik van suiker. Overleg met uw uw specialist of oncologieverpleegkundige als u langer dan 48 uur diarree heeft.

Bij verstopping:
Zorg dat u voldoende drinkt, zeker 2 liter vocht per 24 uur. Gebruik een vezelrijke voeding. Maak ruim gebruik van bruin of volkoren brood, groenten en fruit. Heeft u langer dan 3 dagen geen ontlasting gehad of gaat de ontlasting moeilijk, overleg dan met uw specialist of oncologieverpleegkundige.

Invloed op de werking van het beenmerg

Beenmerg is belangrijk voor de aanmaak van bloedcellen. Cytostatica kan deze aanmaak remmen. Om de werking van de cytostatica op uw beenmerg te controleren, wordt er regelmatig uw bloed gecontroleerd.
In het beenmerg worden de volgende cellen aangemaakt:

  • rode bloedlichaampjes (erythrocyten)
  • witte bloedlichaampjes (leukocyten)
  • bloedplaatjes (trombocyten)

Een verminderd aantal witte bloedlichaampjes (leukocyten) geeft verhoogde kans op infectie. Soms kan hierdoor koorts optreden. Wanneer u rillerig bent of u voelt zich niet lekker, neem dan uw temperatuur op. Heeft u koorts van 38,5 ° C of hoger of koude rillingen, neem dan direct telefonisch contact met het ziekenhuis. In het weekend of ’s avonds kunt u
naar de SEH (spoedeisende hulp) verwezen worden.

Een verminderd aantal bloedplaatjes (trombocyten) geeft een verhoogde kans op blauwe plekken, een bloedneus en/of bloedend tandvlees of verhevigde menstruatie. Bij het spontaan ontstaan van blauwe plekken en/of regelmatig voorkomen van een moeilijk te stelpen bloedneus dient u contact op te nemen met uw zorgverlener in het ziekenhuis. Een verminderd aantal rode bloedlichaampjes geeft kans op bloedarmoede. Dit kan soms tijdelijk verholpen worden door u een bloedtransfusie te geven.

Droge huid

Onder invloed van de medicijnen kan de huid droog en/of schilferig worden. Gebruik dagelijks een bodylotion of vette crème om dit zoveel mogelijk tegen te gaan. Uw huid kan ook gevoeliger zijn dan normaal en sneller verbranden in de zon. Zonnebaden wordt afgeraden en maak gebruik van een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor. Het gebruik van de zonnebank wordt afgeraden tijdens de kuur. Door sommige medicijnen die u krijgt kunnen uw huid en nagels (tijdelijk) verkleuren.

Branderige ogen

Als u last heeft van branderige ogen, neem dan contact op met uw zorgverlener. Deze kan eventueel oogdruppels voorschrijven.

Invloed op het zenuwstelsel

Sommige cytostatica kunnen beschadigingen van het zenuwstelsel veroorzaken. Dit kan dan een tintelend of verdoofd gevoel in de vingertoppen en/of tenen geven. Als u van deze bijwerking last krijgt, is het verstandig om bij een volgend bezoek aan uw arts of verpleegkundige dit ter sprake te brengen. Wanneer de medicijnen tijdig worden beperkt, gaat de klacht meestal weer over.


Handvoet syndroom

Het handvoet syndroom is een bijwerking dat voor kan komen bij sommige chemotherapie of doelgerichte therapie. Wrijving of hitte (door te wandelen of te wringen) verhoogt de kans op het hand-voetsyndroom. De klachten ontstaan vooral op de handpalmen en voetzolen. U kunt last hebben van:

  • roodheid
  • jeuk
  • pijn of gevoeligheid
  • zwelling
  • schilferende of vervellende huid
  • blaasjes of blaren
  • infectie van de huid en/of nagels

Heeft u bovenstaande klachten of verschijnselen? Meld ze dan bij uw zorgverlener.

Algemene tips:

  • Smeer de handen en voeten meermaals per dag in met een hydraterende (vette) huidcrème, dit kan verlichting brengen. Vraag uw zorgverlener om advies om een geschikte crème te kiezen.
  • Vermijd blootstelling aan heel koud of heel heet water.
  • Gebruik een milde, vochtinbrengende (vette) , ongeparfumeerde douchegel of doucheolie.
  • Vermijd stevig wrijven, bijvoorbeeld bij het aanbrengen van lotion of bij massage.
  • Bescherm uw handen en voeten tegen de zon.
  • Voorkom huidbeschadigingen aan handen en voeten.
  • Vermijd druk op uw handen en voeten
  • Vermijd alle irritatie van de huid door wrijving (strakke kleding, krappe schoenen, strakke verbanden, of knellende sieraden

Dit zijn algemene adviezen. Misschien heeft uw zorgverlener nog andere tips voor uw persoonlijke situatie. Overleg zeker met uw zorgverlener als het hand-voetsyndroom een grote impact begint te krijgen op uw kwaliteit van leven. Misschien kan hij/zij overwegen om uw behandeling aan te passen of uit te stellen.
Belangrijk om te weten is dat de antikankermedicijnen die het hand-voetsyndroom veroorzaken geen opstapelend, blijvend effect hebben. Als u de medicijnen niet meer neemt, stoppen de bijwerkingen dus ook.

Invloed op de menstruatie

De invloed van de medicatie op de menstruatie varieert van ‘een keer overslaan’ tot het wegblijven en kan gepaard gaan met overgangsklachten (opvliegers, opeens warm krijgen of nachtzweten). Na het beëindigen van de behandeling kan de menstruatie terugkomen. U kunt ook versneld in de overgang komen.

Vruchtbaarheid

Als u in de vruchtbare leeftijd bent overleg dan met uw specialist welke consequenties de behandeling voor de vruchtbaarheid heeft. Als u in de vruchtbare leeftijd bent overleg dan ook over het gebruik van anticonceptiemiddelen. De arts overlegt met mannen en jongens die chemotherapie zullen krijgen of invriezen van sperma nodig is.

Invloed op de seksualiteit

Door de bijwerkingen van de medicijnen is het mogelijk dat de zin in seks vermindert, terwijl de behoefte aan fysieke nabijheid juist kan toenemen. Als door de medicijnen de vagina droger wordt, kunt u bij het vrijen een glijmiddel of crème gebruiken. Aarzel niet problemen op seksueel gebied te bespreken met uw zorgverlener.
Voor meer informatie zie ook de folder ‘Kanker en seksualiteit‘.

Uitscheidingsproducten

Na de chemotherapie zitten er nog afbraakproducten van de chemotherapie in uw lichaam. Het lichaam scheidt deze producten voor een bepaalde periode uit. Deze resten komen voor in bijvoorbeeld uw braaksel, urine als ontlasting. Daarom is het belangrijk om deze uitscheidingsproducten zo min mogelijk met de handen aan te raken. Dit geldt vanaf de
start van de chemotherapie tot en met een bepaalde periode na afloop van iedere kuur. In de specifieke informatiewijzer over de kuur die u krijgt, leest u hoe lang deze periode is. 

Alle uitscheidingsproducten kunnen en mogen via het riool worden afgevoerd. Maak bij voorkeur gebruik van het toilet (in plaats van een po of urinaal). U mag elke toilet gebruiken. Daarbij gelden de volgende voorschriften:

  • Urineer zittend (dit geldt ook voor de heren). Spoel het toilet na gebruik 2 x door met gesloten deksel. Gebruik hierbij niet de waterbesparende knop.
  • Verwijder eventuele druppels op de bril, deppend en met droog toiletpapier.
  • Was uw handen na toiletgebruik.
  • Bij braken of incontinentie. Verzamel het wasgoed in een aparte goed afsluitbare plastic zak. Plaats het vanuit de zak direct in de machine zonder het aan te raken, was hierna de handen. Stel het wasprogramma eerst in op een voorwasprogramma en daarna het gebruikelijke wasprogramma met uw gebruikelijke wasmiddel. Als iemand anders uw was doet, adviseren wij om handschoenen te dragen. 
  • Reinig het toilet en douche minimaal 1 x per week of vaker indien nodig. Het gebruik van een neutraal reinigingsmiddel (bijvoorbeeld allesreiniger of groene zeep) is voldoende.
    Gebruik wegwerphandschoenen bij het reinigen van materiaal waar uitscheidingsproducten mee in aanraking zijn geweest. Denk hierbij aan het toilet, de douche en dergelijke. De gebruikte schoonmaakdoeken mogen niet uitgespoeld worden in het sopwater. U dient steeds een nieuw of schoon doekje te gebruiken. Verzamel de gebruikte schoonmaakdoeken in een aparte verzamelzak en was deze apart van de andere was. Afvalmaterialen zoals bijvoorbeeld gebruikte handschoenen, matjes of stomamaterialen verzamelt u in een aparte dubbele plastic vuilniszak. Sluit deze goed af en zet deze bij het gewone huisvuil.

Overige uitscheidingsproducten
De hoeveelheid cytostatica in overige uitscheidingsproducten zoals zweet, speeksel en tranen is zo laag, dat er geen speciale maatregelen genomen hoeven te worden. Als u veel zweet, is het wel belangrijk om bovenstaande wasinstructies op te volgen. Het is niet bekend of, en in welke mate cytostatica opgenomen worden in het sperma of het slijmvlies van de vagina. Gebruik daarom, gedurende de risicoperiode, bij seksueel contact altijd een condoom.

Chemotherapie klinisch en poliklinisch

Voor het bezoek aan uw arts, laat u bloed prikken. Dit kan enkele dagen of één uur voor het bezoek zijn. Dan volgt de controleafspraak met de arts. In de tussentijd of aansluitend aan de afspraak met de arts kan een afspraak gemaakt worden met verpleegkundig specialist, casemanager, oncologieverpleegkundige of maatschappelijk werker wanneer dit van toepassing is.
De secretaresse maakt de vervolgafspraken bij de arts. Deze kunt u terugvinden in het zorgportaal en/of worden per post naar u toegestuurd.

De dag voor de behandeling

Op de dag voor uw behandeling krijgt u rond 15.30 uur een sms om welke tijd u op de verpleegafdeling of dagbehandeling oncologie wordt verwacht. In MijnCatharina kunt u het sturen van een sms activeren. Mocht u opgenomen zijn op de verpleegafdeling en een behandeling krijgen, ontvangt u geen berichtje per sms.

De dag van de behandeling

Voor de dagbehandeling meldt u zich op het CKI begane grond bij de aanmeldbalie. Wordt u verwacht op de verpleegafdeling? Dan kunt u zich melden bij de de secretaresse van de verpleegafdeling Oncologie. Kijk voor routenummers op www.catharinaziekenhuis.nl/routenummers 

U hoeft voor de kuur niet nuchter te zijn, het is juist beter wel wat te eten. Indien u een dagopname heeft hoeft u geen nachtkleding mee te brengen. Na de kuur gaat u weer naar huis. Wordt u wel opgenomen, neem dan nachtkleding en toiletspullen mee.

Mocht de poliklinische behandeling op de verpleegafdeling plaatsvinden, raadpleeg de website met Bezoekregels of overleg met de verpleegkundige/secretaresse van de afdeling.


Controle van het bloed

Door de behandeling met chemotherapie daalt het aantal witte bloedlichaampjes (leukocyten) waardoor uw weerstand lager wordt en u eerder bevattelijk bent voor allerlei infecties. Ook het aantal rode bloedlichaampjes (erythrocyten) en bloedplaatjes (trombocyten) kan dalen door de kuur, maar iets minder dan de witte bloedlichaampjes.

Tijdens de kuren zal regelmatig uw bloed gecontroleerd worden. De arts zal opdracht geven wanneer u bloed dient te prikken. Dit kan afhankelijk zijn van de medicatie of interval van de toedieningen.

Indien bloedcontrole nodig is laat u één uur of dag/dagen vóór uw controle bloed prikken bij het laboratorium. Op werkdagen tussen 08.00 uur en 12.00 uur kunt u terecht bij het laboratorium van het CKI (op de begane grond). Hier heeft u geen afspraak voor nodig.

U kunt ook bij het Algemene Laboratorium terecht om bloed te prikken. U bent op werkdagen tussen 8.00 – 17.00 uur van harte welkom zonder afspraak. Houd er rekening mee dat de wachttijd langer kan zijn als u geen afspraak heeft. Wilt u op werkdagen tussen 17.00 en 19.30 uur bloedprikken? Dan heeft u wel een afspraak nodig. Een afspraak maakt u eenvoudig via onze website.

Wanneer blijkt dat het bloed zich niet voldoende hersteld heeft, kan de behandeling uitgesteld of de dosis cytostatica verminderd worden. Bij een aanpassing in de dosis houdt het niet in dat de behandeling minder goed werkt dan bij een volledige dosis.
Het kan ook zijn dat u eerst een bloedtransfusie krijgt om de rode bloedcellen weer wat sneller op peil te brengen. Dit heeft geen effect op de witte bloedcellen.
Gebruikt u bloedverdunnende middelen? Geef dit dan aan bij uw zorgverlener. Bent u onder behandeling bij de trombosedienst? Geef ook aan hen aan dat u behandeld wordt met cytostatica.

Overige behandelingen met/zonder chemotherapie

Wat is immuuntherapie?

Immuuntherapie is een behandeling die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleert. Deze behandeling versterkt of verandert uw eigen afweersysteem, zodat het de kankercellen beter kan doden. De behandeling werkt niet direct in op de tumor, zoals bijvoorbeeld chemotherapie, maar is gericht op het afweersysteem zelf. Dit is uniek aan immuuntherapie. Immuuntherapie kan op twee manieren werken:

  • Het maakt kankercellen zichtbaar voor het eigen afweersysteem.
  • Het versterkt of verandert de activiteit van het eigen afweersysteem.

Er zijn veel verschillende soorten immuuntherapie, en kunnen het afweersysteem op verschillende manieren beïnvloeden. Welke behandeling met immuuntherapie u krijgt hangt af van het type kanker dat u heeft.

De meest voorkomende bijwerkingen:

  • huiduitslag
  • vermoeidheid
  • een grieperig gevoel
  • diarree door een darmontsteking
  • leverontsteking
  • hormoonstoornissen

Meer informatie
De verpleegkundige zal u, aan de hand van de informatiewijzer, informeren over de specifieke bijwerkingen van de medicatie die door de arts voor uw behandeling is voorgeschreven. Meer informatie over immunotherapie vindt u op de website www.kanker.nl/immunotherapie

Wat is (anti-)hormonale therapie?

Hormonale therapie is de behandeling van kanker met hormonen. Dit wordt ook wel hormoontherapie, hormonale behandeling of hormoonbehandeling genoemd. Hormonale therapie is eigenlijk een anti-hormoontherapie. De behandeling bestaat namelijk uit medicijnen die de werking van hormonen remmen of blokkeren. Of de aanmaak ervan verminderen. Hormonale therapie wordt vooral bij de volgende kankersoorten gebruikt:

  • borstkanker
  • baarmoederkanker
  • prostaatkanker

Hormonale therapie wordt toegepast bij patiënten met een hormoongevoelige tumor. Wanneer kanker niet hormoongevoelig is, heeft deze behandeling geen effect. Er zijn veel verschillende soorten hormonale therapieën. Ze werken allemaal anders; kankercellen verschillen namelijk in gevoeligheid. Welke behandeling van hormonale therapie u krijgt, hangt af van het type kanker dat u heeft. Soms wordt ook gekozen voor een combinatie van (hormonale) therapieën. Dit kan de werking versterken en hierdoor wordt de kanker effectiever bestreden.

De meest voorkomende bijwerkingen zijn:

  • vervroegde overgang
  • onvruchtbaarheid
  • botontkalking
  • seksuele problemen
  • gewichtstoename
  • somberheid en depressie

Meer informatie
De verpleegkundige zal u, aan de hand van de informatiewijzer, informeren over de specifieke bijwerkingen van de medicatie die door de arts voor uw behandeling is voorgeschreven.
Voor meer informatie over de werking van hormoontherapie kijkt u op de website www.kanker.nl/hormonale-therapie

Wat is doelgerichte therapie?

Doelgerichte therapie (‘targeted therapy’) is een behandeling bij kanker. Doelgerichte therapie probeert door de celdeling van kankercellen remmen of kankercellen doden, de groei van de tumor tegen te gaan. Doelgerichte therapie brengt daardoor meestal minder schade toe aan gezonde cellen dan bijvoorbeeld chemotherapie en geeft mede hierdoor meestal minder bijwerkingen. Doelgerichte therapie grijpt namelijk aan op heel specifieke eigenschappen van kankercellen of omgeving. Dit wordt gedaan door de werking van bepaalde eiwitten van de kankercel te blokkeren aan de binnen of de buitenkant van de cel.

Er zijn veel verschillende eigenschappen van kankercellen die aangrijpingspunten kunnen zijn voor doelgerichte therapie. Bijvoorbeeld de ongecontroleerde groei van sommige kankercellen. Of het proces waarbij kankercellen de aanmaak van nieuwe bloedvaten stimuleren. Een belangrijke voorwaarde voor doelgerichte therapie is dan ook dat de kankercellen die specifieke eigenschappen hebben. Er zijn veel soorten doelgerichte therapie. Ze werken allemaal verschillend maar hebben hetzelfde doel: het remmen van de signalen waardoor de kanker kan groeien.

De meest voorkomende bijwerkingen zijn:

  • maag- en darmklachten
  • diarree
  • hoge bloeddruk
  • slechtere wondgenezing
  • infecties
  • koorts, griepachtig gevoel
  • trombose
  • vermoeidheid
  • veranderingen in de smaak
  • veranderingen aan de huid zoals uitslag, jeuk of eeltvorming
  • veranderingen aan het haar of de nagel
  • handvoet syndroom

Meer informatie
De verpleegkundige zal u, aan de hand van de informatiewijzer, informeren over de specifieke bijwerkingen van de medicatie die door de arts voor uw behandeling is voorgeschreven.
Voor meer informatie over de werking van doelgerichte therapie vindt u op de www.kanker.nl/doelgerichte-therapie


Redenen om een arts te waarschuwen

Bij de volgende klachten moet u direct contact opnemen met uw specialist of oncologieverpleegkundige.

Als u:

  • koorts heeft boven 38,5° C;
  • koude rillingen heeft en ongeveer 30 minuten daarna de temperatuur oploopt tot 38,5° C of hoger;
  • een bloedneus heeft; die niet stopt met bloeden
  • blauwe plekken krijgt, zonder dat u zich heeft gestoten of gevallen bent;
  • een wondje heeft dat blijft bloeden;
  • bloed in de ontlasting of urine heeft;
  • veel en langer dan 24 uur last heeft van braken, ondanks de voorgeschreven medicijnen;
  • veel last heeft van diarree, langer dan 24 uur; (meer dan 6x daags)
  • last heeft van obstipatie (verstopping) langer dan 3 dagen of zeer moeizame stoelgang;
  • last heeft van plotselinge huiduitslag.

Maar ook:
Neem gerust contact op als u twijfelt of zich onzeker voelt over bepaalde klachten die u heeft en niet kunt verklaren.
Bij klachten kijk dan ook altijd naar de vermelde klachten in de informatiewijzer van uw behandeling.


Wetenschappelijk onderzoek

Het is mogelijk dat uw zorgverlener aan u vraagt of u mee wilt werken aan wetenschappelijk onderzoek. Na de mondelinge uitleg krijgt u van de arts ook schriftelijke informatie over het wetenschappelijk onderzoek. De research coördinator of verpleegkundig consulent neemt samen met u de informatie nog eens door. U krijgt de tijd om over de beslissing na te denken. Bij deelname dient u schriftelijk toestemming te geven. Voor meer informatie lees de website Wetenschappelijk onderzoek.

Andere hulpverleners

Uw ziekte en behandeling op de verpleegafdeling en dagbehandeling Oncologie kunnen problemen en vragen met zich meebrengen. U wordt behandeld voor kanker of een andere ziekte waarvoor een oncologische behandeling nodig is. Ook uw naasten maken vaak een moeilijke periode vol ongerustheid, zorgen en verdriet door. Vragen die daarbij naar boven kunnen komen zijn: welke invloed heeft mijn ziekte, handicap, operatie of behandeling op mij persoonlijk, mijn gezinsleven of op andere relaties? Welke invloed heeft het op mijn werk, financiën, huisvesting of huishoudelijke werkzaamheden? Praten over dit soort zorgen en problemen is vaak moeilijk. Toch kan erover praten vaak veel betekenen en verhelderend werken. Met de verpleegkundige, uw arts en/of de maatschappelijk werker kunt u bijvoorbeeld bespreken welke vorm van hulp voor u van belang of mogelijk is.. Andere hulpverleners die u en uw naasten mogelijk kunnen ondersteunen zijn de thuiszorgverpleegkundige, verpleegkundig specialist/verpleegkundig consulente, gezinsverzorgende, diëtist, fysiotherapeut, geestelijk verzorger en psycholoog, Infopunt Leven met Kanker.
Ook buiten het ziekenhuis zijn er hulpverleners die u kunnen ondersteunen: oedeem/lymfetherapeut, Care for Cancer, Inloophuis ‘de Eik’, Oncologische revalidatie (Libra) & Re-turn.
Voor meer informatie over wat deze hulpverleners voor u kunnen betekenen leest u in de folder Waar kunt u heen als u kanker hebt? 

Extra informatie en adressen

Integraal Kankercentrum Zuid Eindhoven

Er is een ’telefoonlijn voor en door mensen met kanker’. U kunt bellen voor informatie elke woensdagochtend van 9.30-12.00 uur op nummer (040) 2939134. Bij de regionale telefoonlijn vindt u een luisterend oor voor uw vragen, angst en onzekerheid. Ook kunt u informatie krijgen over activiteiten in de regio voor mensen met kanker, over patiëntenverenigingen en
andere hulpverlenende instanties.

Inloophuis de Eik

Klein Tongelreplein 8 Eindhoven
Telefoon: 040-2939142
Hier kunt u contact hebben met een lotgenoot, informatie zoeken, iets prettigs voor uzelf doen.

De Cirkel, Inloophuis Helmond / de Peel

Evertsenstraat 19 Helmond
06-30930101 of 0492-347904
Ontmoetingsplek met een lotgenoot, meedoen met een activiteit, luisteren naar een lezing of op zoek naar informatie in een laagdrempelige huiskamersetting

De Nederlandse Kankerbestrijding (KWF)

Kanker infolijn: Telefoon 0800 – 0226622 (gratis).
Elke werkdag van 09.00-12.30 uur en van 13.30-17.00 uur.
Bij de Nederlandse Kankerbestrijding kunt u terecht voor informatie over uw ziekte. Het KWF organiseert weekenden voor patiënten en partners waar vooral informatie gegeven wordt over het omgaan en leven met kanker.

Folders en brochures

U kunt aan de oncologieverpleegkundige vragen naar folders en brochures die op uw situatie van toepassing zijn. Er is onder andere voorlichtingsmateriaal over:

Mocht u nog andere vragen hebben, neem gerust contact op met uw behandelend arts via e-consult op uw zorgportaal, de verpleegkundig specialist of de oncologieverpleegkundige op de Verpleegafdeling Oncologie.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij leiden artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat ook een zorgverlener in opleiding uw behandeling, onderzoek of operatie kan uitvoeren. Maar dit is niet altijd zo. Uw veiligheid staat altijd bij ons voorop. Als een zorgverlener in opleiding u helpt, werkt deze altijd onder begeleiding van een gediplomeerd zorgverlener. Als u niet wilt dat een zorgverlener in opleiding u helpt, dan kunt u dit met uw arts bespreken.


Contactgegevens Catharina Kanker Instituut

Contact voor afspraken en andere (niet medisch-inhoudelijke) vragen:

Voor het maken of wijzigen van afspraken en andere niet medisch-inhoudelijke vragen, verzoeken wij u om een e-consult te sturen.

  • Log in op MijnCatharina met uw Digi-D gegevens.
  • Binnen 3 werkdagen ontvangt u antwoord.

Wilt u toch telefonisch contact opnemen, dan kan dat met het secretariaat op werkdagen van 8.30 – 16.30 uur:

Borstkankercentrum (chirurgie) 040-2396600
Borstkankercentrum (interne) 040-2396622
Chirurgische oncologie (slokdarm, maag, alvleesklier, darm) 040-2396600
Gynaecologische oncologie 040-2396677
Hematologie 040-2396622
Interne oncologie 040-2396622
Long oncologie 040-2395600
Neurologische oncologie 040-2396622
Urologische oncologie 040-2397040
 

Contact voor een herhaalrecept

Bestel uw herhaalrecept online. Wij verzoeken u dus om hiervoor niet te bellen.

  • Log in op MijnCatharina.nl met uw Digi-D gegevens.
  • Het recept wordt binnen 2 werkdagen naar uw apotheek verstuurd.
Contact voor medisch-inhoudelijke vragen zonder spoed

Voor meerdere specialismen is het mogelijk om op werkdagen direct contact te hebben met uw gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager:

Borstkankercentrum (chirurgie) 8.30-10.00 uur
Borstkankercentrum (interne) 13.00-14.00 uur
Chirurgische oncologie (slokdarm, maag, alvleesklier, darm) 9.00-10.00 uur
Gynaecologische oncologie 9.00-10.00 uur
Hematologie 13.00-14.00 uur
Interne oncologie (via secretariaat) 8.30-16.30 uur
Long oncologie 8.30-16.30 uur
Neurologische oncologie 8.30-16.30 uur
Urologische oncologie  9.00-10.00 uur
 

Contact voor medisch inhoudelijke vragen met spoed

Bij toenemende en/of ernstige klachten heeft u de volgende opties:

Tijdens kantoortijden:
Neem contact op met de polikliniek via één van de telefoonnummers bovenaan dit blad.

Buiten kantoortijden als gevolg van een recente operatie:
Bel de Spoedeisende Hulp via 040-2399111 en vraag naar de Gynaecoloog of Chirurg

Buiten kantoortijden niet als gevolg van een recente operatie
Bel de oncologieverpleegkundige van de verpleegafdeling oncologie op 040-2397575


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden